Drie vragen aan Hans Borstlap
Op de bijeenkomst voor bedrijfstakpensioenfondsen van 13 september jl. die de Pensioenfederatie organiseerde, deelde Hans Borstlap zijn visie op de arbeidsmarkt. In 2020 verscheen het rapport van zijn commissie over de noodzakelijke veranderingen op de arbeidsmarkt. Wat is er met zijn aanbevelingen gebeurd? En hoe zijn we eigenlijk in deze situatie verzeild?
De arbeidsmarkt is afgelopen decennia ingrijpend veranderd. Wat ziet u als de belangrijkste veranderingen op de arbeidsmarkt? “De dominantie van het vaste, standaard contract is er niet meer. Vooral het aantal flex-baantjes is enorm toegenomen, evenals het aantal zzp-ers. De regulering heeft daar geen gelijke tred mee gehouden. De bescherming en toerusting van flex-werknemers en zzp-ers is achtergebleven. Dat is slecht in sociaal, economisch en maatschappelijk opzicht. Ook is de behoefte aan permanente scholing en praktijkleren enorm toegenomen. De wettelijke leerplicht is evenwel nog steeds afgestemd op de situatie van 120 jaar geleden, toen de leerplicht werd ingevoerd tussen 6 en 12 jaar.Deze is nu tot 16 jaar; nog steeds geconcentreerd op de initiële fase. Wij kunnen ons niet langer de vrijblijvendheid voor scholing na de initiële fase veroorloven. Het regeerakkoord is ronduit teleurstellend door vier jaar incidenteel (!) 125 miljoen euro beschikbaar te stellen. Als iets niet incidenteel is, dan is het de behoefte aan permanente scholing van alle werkenden om hun kennis en vaardigheden up-to-date te houden. Tot slot: terwijl de behoefte aan arbeidsbemiddeling de laatste jaren alleen maar is toegenomen, is er gekort op de budgetten van UWV en gemeentelijke participatiediensten. Niet zo vreemd dus dat er nu meer dan een miljoen mensen ‘niet benut’ worden en er anderzijds zoveel openstaande vacatures zijn. Een klassiek voorbeeld van ‘penny wise and pound foolish’.”Allebei vinden ze dat in de discussie over het verbeteren van de pensioenopbouw door zzp’ers er te weinig wordt gesproken over wie de zelfstandige zonder personeel is, welke behoefte en mogelijkheden hij heeft om zelf in zijn pensioen te voorzien en wat nodig is om het pensioenbewustzijn en het handelingsperspectief te vergroten.
'De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt schreeuwen nu om snelle actie.'
Hans Borstlap
In 2020 bracht uw commissie Regulering van werk haar eindrapport uit “In wat voor land willen wij werken?”. Dat is al weer even geleden. Daarin waarschuwt u voor ‘doorgeschoten flex’ en schijnzelfstandigheid en pleit u voor een gelijker speelveld voor alle werkenden. Wat moet er gebeuren en wat is sinds 2020 met uw aanbevelingen gedaan? “Minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op 5 juli j.l. een uitstekende brief naar de kamer gestuurd, waarin op hoofdlijnen ons rapport en het SER mlt-advies van juni 2021 worden gevolgd. Wel zou ik willen aandringen op meer snelheid in het daadwerkelijk tot stand brengen van de noodzakelijke wetgeving. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt schreeuwen nu om snelle actie. Ruimere financiële middelen voor UWV en gemeenten kunnen al direct in de begroting 2023 verwerkt worden. Daarbij is het van belang de samenhang van maatregelen in ons rapport te respecteren: wanneer externe flex-baantjes worden ontmoedigd en beprijsd (hetgeen nodig is), dan zal tegelijkertijd de interne wendbaarheid van het vaste, standaardcontract vergroot moeten worden. En zal tegelijkertijd de schijnzelfstandigheid aangepakt moeten worden omdat er anders een verdere vlucht naar het zzp’er-schap zal plaatsvinden.”
'Er ontstaat een grote druk op de bedrijfstakpensioenfondsen om de onderlinge schotten op te ruimen.'
Hans Borstlap
De arbeidsmarkt wordt universeler, een gelijker speelveld is nodig voor alle werkenden, zo stelt u. Wat zou dat voor de arbeidsvoorwaarde pensioen kunnen betekenen? Welke boodschap wilt u hierover aan de pensioensector meegeven? “Pensioenen volgen de arbeidsmarkt; niet andersom. Een gelijker speelveld voor alle werkenden op de arbeidsmarkt, dus meer gelijke regels voor alle werkenden, ongeacht het contract waaronder men werkt, zal betekenen dat er een grote druk op de bedrijfstakpensioenfondsen zal ontstaan om de onderlinge schotten op te ruimen. Afzonderlijke pensioenregelingen zouden niet de beweeglijkheid van werkenden op de arbeidsmarkt moeten tegenwerken, maar juist moeten faciliteren. Dan zijn we gelijk af van ingewikkelde "grensconflicten" die meer horen bij de situatie van het verleden dan dat deze passen in onafwendbare ontwikkelingen op de arbeidsmarkt van nu en verdere toekomst.” Meer lezen van Hans Borstlap? Zie ook Modernisering arbeidsmarkt kan niet wachten (esb.nu).
Portretfoto copyright Walter Kallenbach