INTERVIEW
Merel Hendriks
‘Gebrek aan biodiversiteit levert risico’s op voor de hele financiële sector’
Als je al actie onderneemt om klimaatverandering tegen te gaan, onderneem je ook al actie om biodiversiteitsverlies tegen te gaan. Dat is een mooi begin voor de financiële sector’, zegt Merel Hendriks, voorzitter van de Werkgroep Biodiversiteit van het Platform duurzame financiering van DNB.
Hendriks, die een combinatie van milieuwetenschappen en economie studeerde en zich eerder bij EY bezighield met duurzaamheid in de financiële sector, is sustainability officer bij NWB bank (Nederlandse Waterschapsbank). Wat was de reden om een Werkgroep Biodiversiteit op te zetten? ‘Dat was al voor mijn tijd, vier jaar geleden. Zowel DNB als onze CEO, Lidwin van Velden, zagen toen al dat gebrek aan biodiversiteit risico’s oplevert voor de financiële sector. Als NWB Bank financieren wij onder andere de waterschappen en drinkwaterbedrijven. Deze klanten zijn afhankelijk van biodiversiteit, want biodiversiteit en schoon water hangen enorm met elkaar samen. Maar gebrek aan biodiversiteit levert risico’s op voor de hele financiële sector. Op tal van terreinen zijn we afhankelijk van ecosysteemdiensten.’ Wat zijn die risico’s? ‘Die zijn heel uiteenlopend. Denk aan de verschillende bestuivers zoals bijen die je nodig hebt om groenten en fruit te laten groeien. Grote voedselproducenten zijn afhankelijk van biodiversiteit om voedsel te kunnen produceren. Water is ook een voorbeeld. Een gezond ecosysteem is beter in staat om veel water te bufferen. Daardoor loop je minder overstromingsrisico’s, waar vastgoed schade door kan oplopen. Ook is het bufferen van water van belang nu we steeds vaker te maken hebben met droge periodes. Een gezonde bodemdiversiteit kan bijdragen aan betere landbouw. Bovendien neemt de waarde van grond af als de grondkwaliteit slecht is.’ Ligt de focus van de werkgroep op mens en milieu, of op financiële risico’s? ‘Alle participanten in de werkgroep hebben hun eigen invalshoek. Persoonlijk vind ik het allerbelangrijkste dat we biodiversiteit behouden en waar mogelijk herstellen. Het financiële risico komt voort uit het verlies van biodiversiteit. Als we positieve impact uitoefenen op biodiversiteit kunnen we hopelijk ook de risico’s mitigeren. In eerste instantie was het doel van de werkgroep bekendheid geven aan het belang van biodiversiteit en hier aandacht voor vragen. Nu houden we ons vooral bezig met kennis delen, elkaar motiveren en de duurzaamheid in de sector versnellen.’ Er zijn vijf drivers van biodiversiteitsverlies. Veranderend land- en zeegebruik, vervuiling, gebruik en exploitatie van natuurlijke hulpbronnen, klimaatverandering en invasieve soorten. Hoe kun je deze risico’s identificeren in je beleggingsportefeuille? ‘Die drivers maken het gemakkelijker. Het meten van biodiversiteit als concept is ingewikkelder. Dat heeft ermee te maken dat het een uitdaging is biodiversiteit te meten en uit te drukken in één meetbare indicator. Bij klimaat kan dat wel, daar meten we alles in CO2-equivalent. We zijn als sector actief aan het onderzoeken hoe we onze impact kunnen bepalen op ieder van deze vijf drivers dit is een goede eerste stap om impact op biodiversiteit te meten. Watergebruik is bijvoorbeeld goed kwantificeerbaar voor bedrijven. Met invasieve exoten, de planten en dieren die van nature niet in Nederland voorkomen en schadelijk kunnen zijn voor de natuur, ligt het weliswaar iets ingewikkelder. Maar deze drivers maken het makkelijker om de eerste stap te zetten.’
‘Als de grondkwaliteit slecht is neemt de waarde ervan af.’
Merel Hendriks
Merel Hendriks
‘CO2 is eenvoudiger te meten dan biodiversiteitverlies, maar de vijf drivers maken het makkelijker om de eerste stap te zetten.’
‘Pensioenfondsen kunnen een belangrijke rol spelen door engagement of uitsluiting.’
Merel Hendriks
Is biodiversiteitsverlies tegengaan iets anders dan klimaatverandering tegengaan?
‘Het goede nieuws voor de financiële sector is: als je al actie onderneemt om klimaatverandering tegen te gaan, onderneem je ook al actie om biodiversiteitsverlies tegen te gaan. Klimaatverandering is namelijk een enorme driver voor biodiversiteitsverlies. Klimaatverandering leidt tot minder biodiversiteit. Investeren in biodiversiteit zorgt voor meer natuur en dat is goed voor het klimaat. Natuur is een enorme klimaatbuffer, omdat het CO2 opneemt. Die twee kunnen elkaar versterken. Wat pensioenfondsen nu doen op het gebied van klimaat, kunnen ze heel goed uitrollen naar biodiversiteit. Met engagement en uitsluiting kunnen pensioenfondsen een belangrijke rol spelen.’
Zie je alleen risico’s of zijn er ook kansen voor beleggers?
‘Je moet aandacht hebben voor beide factoren. Zelf richt ik me het liefst op positieve impact. Je kunt de risico’s mitigeren als je positieve investeringen doet. Kempen heeft bijvoorbeeld het SDG Farmland Fund opgezet, waarin ze wereldwijd investeren in landbouwgrond die bijdraagt aan onder andere biodiversiteit. Het biodiversiteitsfonds van ASN Impact Investors vind ik ook een mooi voorbeeld. Zij deden een oproep om beursgenoteerde bedrijven te melden met een positieve impact op biodiversiteit. Het zijn misschien kleinschalige voorbeelden, maar je kunt er wel van leren. De Nature Action 100, die in december bij de COP 15 Montreal is gelanceerd, is ook een goed initiatief. Investeerders kunnen zich daarbij aansluiten.’ Hoe maak je als pensioenfondsbestuur een begin met voorkomen van biodiversiteitsverlies in de beleggingen? ‘Tijdens mijn studie en carrière heb ik verschillende aanpakken gezien, soms bottom-up, soms topdown. Maar er tijd en aandacht aan besteden is het belangrijkst. Neem specialisten aan met kennis van zaken. En zorg dat je morgen al iemand vrijspeelt die de tijd krijgt om biodiversiteitsbeleid te ontwikkelen. Dan wordt het concreet. Als werkgroep hebben we een stappenplan ontwikkeld voor financiële instellingen. Dat kan je helpen om serieus werk te maken van biodiversiteitsbeleid.’ Wat is het risico dat de meeste aandacht naar meten en rapporteren gaat? ‘Dat is een lastige vraag. Er komt veel wet- en regelgeving af op financiële instellingen. Je moet rapporteren. Maar de crux voor pensioenfondsen is dat ze het geld beheren van burgers. Daar moet je gewoon zorgvuldig en eerlijk mee omgaan. Je moet uitleggen wat je doet, erover nadenken. Om te rapporteren heb je al budget vrijgemaakt. Zorg ervoor dat je naast dat rapporteren ook tijd en aandacht besteedt aan biodiversiteit. Zie dat los van het rapportagegedeelte.’
Merel Hendriks
‘Wat pensioenfondsen nu doen op het gebied van klimaat, kunnen ze heel goed uitrollen naar biodiversiteit.’
Hoe kijk je naar het Kunming-Montreal-akkoord van afgelopen december?
‘Als de doelstellingen behaald worden, kan het een goed effect hebben. De nationale bijdragen vind ik belangrijk. Landen maken allemaal hun eigen plannen, zoals dat ook gebeurde bij het Klimaatakkoord. Naar dat aspect kijk ik erg uit. Concrete afspraken op nationaal niveau helpen financiële instellingen om op de lange termijn naar investeringen te kijken. Dan wordt er een context geschetst en zie je waar het naartoe gaat.’
Waar houdt de werkgroep zich nu mee bezig?
‘Dat is vraaggedreven. We bepalen elk jaar op basis van de wensen van de participanten wat we gaan doen. Het belangrijkste doel van de werkgroep is kennisdeling. We doen bijvoorbeeld onderzoek, samen met het Erasmus Platform voor Duurzame Waardecreatie. Er zijn verschillende publicaties verschenen waar de financiële sector zijn voordeel mee kan doen, bijvoorbeeld over ontbossing en financiering van landbouw. Ook hebben we een e-learning ontwikkeld over biodiversiteit. Als je een vraag hebt, kun je hem aan ons voorleggen. Dan denken we er met z’n allen over na. De klimaatdoelstellingen zijn bijvoorbeeld geënt op 2050. Maar het verlies aan biodiversiteit willen we voor 2030 omdraaien, zodat de biodiversiteit toeneemt. Hoe verhoudt dat zich tot de 2050-doelstelling? Daar hebben we het bijvoorbeeld over.’
Wie zijn lid van de werkgroep? ‘Verschillende banken, verzekeraars, asset managers en pensioenuitvoerders, het ministerie van LNV en het Erasmus Platform voor Duurzame Waardecreatie. We verwachten van de leden dat ze actief deelnemen aan de overleggen en meedenken over publicaties. De belangrijkste spelregel is dat ze onderzoeken of ze de Finance for Biodiversity Pledge kunnen ondertekenen. Daarmee geven financiële instellingen aan dat ze beleid en doelstellingen formuleren op het gebied van biodiversiteit en daar publiekelijk rekenschap over zullen geven.’
Foto Merel Hendriks: ©Norbert-Waalboer-Fotografie
‘De klimaatdoelstellingen zijn geënt op 2050, maar het verlies aan biodiversiteit willen we voor 2030 stoppen.’
Merel Hendriks