Overweldigend complex? Nee, juist nu aan de slag voor biodiversiteit!
Nog voordat het begrip biodiversiteit bekend werd buiten de wetenschappelijke wereld, ervoer Eloisa Menguzzo het al persoonlijk in haar moederland Italië, ‘rijk aan grote biodiversiteit’. Als tiener op zomerkamp ging ze duiken in de Middellandse Zee, terwijl ze op het strand babyschildpadden hielp tijdens hun zware tocht naar het water. En ook al is het op een wereldwijde en abstracte schaal, vandaag de dag helpt ze nog steeds wilde dieren in hun strijd om het bestaan en stimuleert ze nieuwe ontwikkelingen op dat vlak. Ze doet dit in haar huidige rol als analist ‘Responsible Investment’ bij PGGM.
‘Financiën kunnen een instrument zijn voor een betere toekomst – en dat idee is een enorme drijfveer voor me’, legt Menguzzo uit. Maar morgen is dichtbij – of zoals Menguzzo het zegt: ‘Uiteindelijk vormt het verlies aan biodiversiteit niet alleen een bedreiging voor planten, vogels en insecten, maar ook voor mensen. Dat is precies waarom het gaat; het feit dat we goed functionerende ecosystemen nodig hebben – anders stort alles in. Het gaat om de basis: onze afhankelijkheid van water en een gezonde bodem. Dit is de steunpilaar van het leven. We brengen dit gegeven, deze waarheid, weer terug naar ons economisch systeem en hoe we de dingen doen. Professionals in mijn vakgebied proberen bij het investeren in en beoordelen van bedrijven opnieuw perspectieven te introduceren voor het leven op aarde, op lange termijn. Dat is uitdagend.’ Wat kan de financiële sector expliciet doen en waarom is wetgeving nodig? ‘We laten geld een bepaalde kant op stromen, we ondersteunen bedrijven en producten. We kunnen dus expliciet onze invloed aanwenden door in gesprek te gaan met bedrijven waarin we beleggen. Op hun algemene vergaderingen kunnen we jaarlijks stemmen om bedrijven in een andere richting te duwen, als ze bijvoorbeeld geen rekening houden met hun impact op de biodiversiteit. Bedrijven die vooruitgang willen boeken, kunnen we ondersteunen. Als collectief kunnen we zelfs markten bepalen. Maar zelfs dat is maar een klein onderdeel. Al het andere valt buiten het bereik van een belegger.’ ‘Dat andere, dat is aan de bedrijven en aan de regelgever, op politiek vlak’, licht Menguzzo toe. Daarbij beklemtoont ze dat voor biodiversiteit niet alleen wetgeving nodig is, maar: consisténte wetgeving. Bij PGGM zien zij en haar collega's nu ‘interessante ontwikkelingen, bijvoorbeeld de recente EU-wet over ontbossing.’ Menguzzo gaat er verder op in: ‘Doel van deze nieuwe wet is om het niveau te verbeteren van de traceerbaarheid in de toeleveringsketens – en dat is een sleutelfactor. Ondertussen is in andere landen dezelfde soort wetgeving nodig. Anders wordt het grootste deel van de productie niet geraakt, omdat het niet naar de EU uitgevoerd wordt. Je hebt wereldwijde en consistente wetgeving nodig. Maar het venijn zit in de details, dus idealiter zou iedereen - wetgevers maar ook eindgebruikers - hetzelfde moeten vragen, met dezelfde definities en reikwijdte. Ik hoop dat de nieuwe VN-overeenkomst over biodiversiteit hierbij zal helpen’, zo kijkt ze vooruit naar het effect van het Kunming-Montreal Global Biodiversity Framework.
‘Uiteindelijk vormt het verlies aan biodiversiteit niet alleen een bedreiging voor planten, vogels en insecten, maar ook voor mensen’
Eloisa Menguzzo
Welke activiteiten verwijzen naar 'biodiversiteit' en is het onderscheid met klimaatvraagstukken makkelijk te maken? ‘Persoonlijk zie ik biodiversiteitsverlies en klimaatverandering als twee symptomen van dezelfde milieucrisis waarmee we te maken hebben. Tot nu toe werd klimaatverandering door de financiële gemeenschap voornamelijk geïnterpreteerd als ‘decarbonisatie’ (terugdringen van CO2-uitstoot, red.), maar jammer genoeg zal het niet voldoende zijn om alleen de uitstoot van broeikasgassen aan te pakken. We moeten kijken naar de bredere interactie tussen ons economisch systeem en onze natuurlijke omgeving, om de voortdurende achteruitgang van het milieu aan te pakken.’ ‘Dus wat we doen op het gebied van decarbonisatie is erg belangrijk, het is een noodzakelijke stap, maar we moeten dieper gaan. De groeiende aandacht voor het biodiversiteit en natuurverlies zie ik daarom als een belangrijke kans om de scope te verbreden naar andere oorzaken van ecologische achteruitgang. Biodiversiteitsverlies wijst op de invloed van menselijke activiteiten op de natuur in bredere zin. Je kunt een raamwerk maken om te handelen, aan de hand van de aanjagers van biodiversiteitsverlies. De wetenschappelijke wereld identificeert er vijf: veranderend gebruik van zee en land, over exploitatie van organismen, klimaatverandering, vervuiling en invasieve soorten. Klimaatverandering is dus één van de aanjagers, zoals je ziet’, benadrukt Menguzzo. ‘Dus die twee dingen houden absoluut verband met elkaar. Als we kijken naar biodiversiteit en natuurverlies, dan concentreren we ons op dit moment op de vier andere drijfveren, omdat we al meer hebben gedaan tegen de uitstoot van broeikasgassen. Maar uiteindelijk moeten de discussies over beide onderwerpen – biodiversiteitsverlies en klimaatverandering – weer samenkomen. Je ziet dat bijvoorbeeld al gebeuren bij het kappen van het regenwoud. De strijd tegen ontbossing is een duidelijk voorbeeld van hoe een investeerder beide problemen kan aanpakken.’ ‘Door de vele onderlinge relaties kan de complexiteit voor sommigen ontmoedigend zijn, maar niet voor Menguzzo: ‘We moeten behoorlijk pragmatisch zijn. We moeten de problemen vereenvoudigen en dan doen wat mogelijk is. Ondertussen ontwikkelen we betere normen; dat is de manier om het aan te pakken. In plaats van ons overweldigd te voelen, moeten we nu aan de slag gaan.’ Denk je dat het ondertekenen van de Finance for Biodiversity Pledge helpt? ‘De Finance for Biodiversity Pledge is erg handig voor een investeerder, omdat het een formele toezegging is’, zegt Menguzzo. ‘Waar ik ook echt gecharmeerd van ben, is de Finance for Biodiversity Foundation, waar PGGM vorig jaar lid van is geworden. Ze zijn pragmatisch in het benaderen van het onderwerp, ze bieden begeleiding en tools die echt nuttig zijn. Ze speelden ook een belangrijke rol in de VN-biodiversiteitsovereenkomst - COP15 in Montreal – dus ik ben best trots dat we hun werk steunen. De toezegging wordt gesteund door meer dan 120 investeerders – voornamelijk Europese. Het zou geweldig zijn om meer geografische diversiteit te hebben. We hebben meer perspectieven van over de hele wereld nodig.’
‘Voor biodiversiteit is niet alleen wetgeving nodig, maar: consisténte wetgeving’
Eloisa Menguzzo
Geloof jij in betrokkenheid en in hoeverre is samenwerken belangrijk? ‘Ja absoluut. Er is een gebrek aan gestandaardiseerde criteria en dus aan gegevens over biodiversiteit en natuur. Dit onderwerp is nieuw voor de financiële sector, dus het is van fundamenteel belang om samen te werken. in de Finance for Biodiversity-belofte, PBAF en meer wereldwijd via de Taskforce of Nature-related Disclosure. Het is heel belangrijk dat we middelen vrijmaken en hierin onze rol pakken.’ Wij als PGGM zijn een groot voorstander van betrokken samenwerking, en wel om twee redenen. De eerste is dat het belangrijk is om een duidelijk verzoek en een duidelijke boodschap naar bedrijven te sturen. Voor hen is het verwarrend als elke investeerder om nét weer iets andere dingen vraagt. Ten tweede, als je deel uitmaakt van een groep investeerders, bezit je samen een groter deel van het bedrijf, dus heb je meer invloed.’ Zitten er alleen risico's in dit thema of zijn er ook kansen? Biodiversiteit en natuurverlies zijn kansen om de reikwijdte te verbreden van beleggers die verantwoord willen opereren. Deze kansen zijn nog onontgonnen gebied voor financiële professionals, zelfs voor duurzaamheidsexperts.’ Menguzzo geeft grif toe dat er veel werk aan de winkel is: ‘Het onderwerp is nog jong. Er is bijvoorbeeld een grote behoefte aan private investeringen in herstel en behoud. Dat is een kans, maar ondanks alle beweging rond dit onderwerp, is er nog steeds een gebrek aan kansen van de juiste schaal en het juiste risicoprofiel voor het type belegger dat we zijn. Simpel gezegd: het is te klein of te riskant. Maar de laatste twee jaar zien we wel een toename van financiële instrumenten die gericht zijn op biodiversiteit, zoals in thematische fondsen, dus dit is veelbelovend.’
‘Er is een grote behoefte aan private investeringen in herstel en behoud van natuur, dat is een kans’
Eloisa Menguzzo
Biodiversiteit is Principal Adverse Impact (PAI) indicator in SFDR. Kunt je de relatie met de SFDR-verplichting nader toelichten? ‘Voor een zorgvuldige risicobeoordeling zou het voor ons erg nuttig zijn om te weten waar bedrijven en hun activiteiten zich bevinden. Omdat we de impact van bedrijven op de natuur moeten aanpakken, moeten we weten waar ze precies opereren en waar hun leveranciers zich bevinden. Die stukjes informatie zijn het moeilijkst te vinden. Hierdoor ontbreken nog veel gegevens over biodiversiteit PAI indicatoren. Desalniettemin stimuleren de PAI indicatoren ons en dataproviders om hierin verder te gaan.’ ‘Hoewel ik tijdens mijn studie leerde over de toeleveringsketens en hun complexiteit, was het toch een schokkend te ontdekken dat er zo weinig transparantie is. Het is ongelooflijk dat echt grote bedrijven niet weten waar hun ingrediënten, grondstoffen en materiaalvoorraden vandaan komen. Dat is zeker iets dat moet veranderen. Het is een basis voor actie. De vooruitgang die we zagen in de toeleveringsketen van palmolie op het gebied van traceerbaarheid en disclosure, toont aan dat dit mogelijk is.’ Hoe zie je PBAF als een manier om te meten? ‘PBAF verzet zwaar werk: ze maken diepgaande vergelijkingen van verschillende methoden en zoeken dan naar een gemeenschappelijke basis. We hebben dit project vanaf het begin ondersteund. Ook geven ze richtlijnen voor de biodiversiteitsvoetafdruk van specifieke asset-klassen, dat is heel goed. PGGM wil meer inzicht krijgen in de afhankelijkheden en de impact – en om de LEAP-methodiek systematisch toe te passen, die is ontwikkeld door de Taskforce on Nature-related Financial Disclosures (TNFD). Daarbij komen PBAF en ook de richtlijnen van de Finance for Biodiversity Foundation goed van pas. Nu is dit is allemaal erg experimenteel en er zijn flinke hiaten in de gegevens, maar dat is geen excuus om niets te doen. We kunnen nu al voortbouwen op het werk dat is gedaan op het gebied van ontbossing en watergebruik. Dit zijn nog geen mainstream onderwerpen voor beleggers, maar er zijn al best practices en daarmee kunnen we aan de slag. Dat ons werk zich vertaal in impact is mijn grootste wens!