INTERVIEW
‘Ik doe een appel op de pensioensector om te zorgen voor diversiteit’
Te weinig vrouwen en jongeren in pensioenfondsbesturen? ‘Voeg de daad bij het beleid en benader ze zelf actief’, adviseert Hilde Palland, Tweede Kamerlid voor het CDA. Ze doet een appel op de pensioensector om de diversiteit te vergroten.
Wat is het belang van diversiteit van pensioenfondsbesturen?
‘Diversiteit is belangrijk. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat divers samengestelde teams beter functioneren. Dat geldt ook voor pensioenfondsbesturen. In een divers samengesteld bestuur is er een grote kans dat mensen complementair zijn aan elkaar, dat ze elkaar aanvullen en dat er verschillende invalshoeken aan bod komen. Ook zullen mensen zich beter herkennen in een divers samengesteld bestuur. Ze voelen zich gerepresenteerd. Dat zorgt voor draagvlak. Overigens is representativiteit niet hetzelfde als diversiteit. Representativiteit betekent dat elke achterban vertegenwoordigd moet zijn. Dat hoeft niet en het is ook niet werkbaar.’
Wat is de achtergrond van uw motie over een onderzoek naar de vertegenwoordiging van belanghebbenden in pensioenfondsen?
‘Die motie heb ik samen met collega’s van VVD, D66 en ChristenUnie ingediend. Toen we bezig waren met de behandeling van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) kregen we een gezamenlijke brief van de seniorengeledingen van onze partijen. Zij stellen dat de governance van pensioenfondsen herzien moet worden, omdat de Wtp voorschrijft dat belanghebbenden op een zo evenwichtig mogelijke wijze vertegenwoordigd dienen te zijn in pensioenfondsbesturen. In onze motie vragen wij de regering te onderzoeken of na de invoering van de Wtp de vertegenwoordiging door de belanghebbenden in het pensioenfonds nog steeds afdoende is voor de evenwichtige besluitvorming.’
Wat wordt er dan precies onderzocht?
‘Het stelsel wordt gewijzigd. Wat betekent dat voor de onderlinge verhouding en voor de rollen en verantwoordelijkheden? Hoe kun je die zo goed mogelijk vormgeven? Nu zijn er soms restricties ten aanzien van senioren. Vertegenwoordigers van pensioengerechtigden mogen maximaal 25 procent van de zetels in een pensioenfondsbestuur innemen. Heeft hun stem voldoende gewicht? In het nieuwe stelsel lopen zij andere risico’s. Of was het misschien al zo dat zij in het huidige stelsel te weinig stem hadden? Laten we daar eens bij stilstaan. Ook kan ik me voorstellen dat de rol van de werkgever verandert. Daar ligt minder nadruk op. Het risico ligt meer bij de deelnemers. Misschien moet dat gevolgen hebben voor de governancestructuur. De motie is bedoeld om te onderzoeken of de huidige governancestructuur in de Wtp nog passend is.’
‘Invoering Wtp is logisch moment om breder naar diversiteit te kijken’
Hilde Palland
‘Geef op een actieve manier invulling aan de code’
Hilde Palland
De minister komt met een plan van aanpak. Wat verwacht u daarvan?
‘Ik denk dat de minister in kaart brengt hoe de governance bij pensioenfondsen is georganiseerd en wat het nieuwe pensioenstelsel betekent. Welke risico’s, rollen en verantwoordelijkheden schuiven? En wat is dan een logische governance? Niet alleen bij pensioenfondsbesturen, maar ook bij verantwoordingsorganen en andere gremia. De invoering van de Wtp is misschien ook een logisch moment om breder naar diversiteit te kijken en daarover een gesprek te voeren met de pensioensector.’
Wat kan de politiek doen om diversiteit te vergroten in pensioenfondsbesturen?
‘De vraag is of de politiek dat moet doen. De sector heeft zelf een code met een diversiteitsnorm. Die wordt niet gehaald. Er is voortgang gemaakt met de vertegenwoordiging van vrouwen, maar met de vertegenwoordiging van 40-minners gaat het langzamer. Dan staat er dat er wel een jongere bestuurder was, maar dat die nu boven de 40 is. Ik kan me daar best een keer iets bij voorstellen, maar daar moet het niet bij blijven. Maar ik vind niet dat de politiek meteen met wet- en regelgeving moet komen. Er is een vrouwenquotum afgesproken voor Raden van Commissarissen van grote bedrijven. Dat is eigenlijk een paardenmiddel. Als het uiteindelijk nodig is, moet je iets forceren. Maar ik weet niet of we al op dat punt beland zijn. Ik wil eerst een appel doen op de sector.’
Wat kunnen de pensioenfondsen zelf doen?
‘Je kunt zeggen: we hebben de vacature opengesteld, we hebben vermeld dat vrouwen en jongeren bij gelijke geschiktheid de voorkeur krijgen, maar er hebben zich geen geschikte kandidaten gemeld. Dan geef je op een passieve manier invulling aan de code. Je hebt niet de daad bij je beleid gevoegd. Ik ben van de school: wie zoekt zal vinden. Toen ik zelf fractievoorzitter en lijsttrekker was van het CDA in Kampen, stelden we een kandidatenlijst samen. Daar merkte ik dat het iets extra’s vraagt om vrouwen te interesseren. Ik zag vrouwen die heel betrokken waren, maar die zich nooit hadden afgevraagd of de gemeenteraad iets voor hen was. Als Mozes niet naar de berg komt, moet de berg naar Mozes. Je moet ze zelf actief benaderen en zeggen: dit is iets voor jou. Die slag kost energie, maar levert echt iets op.’
‘Een quotum is een paardenmiddel’
Hilde Palland
‘Ook voor jongeren geldt dat je ze actief moet benaderen.’
Hilde Palland
Jonge bestuurders vinden is nog lastiger dan vrouwelijke bestuurders. Hoe kunnen pensioenfondsen dat aanpakken?
‘De minister heeft terecht gezegd dat de pensioensector hier een verantwoordelijkheid in heeft. Er waren het afgelopen jaar meer aanmeldingen voor opleidingsplekken bij het PensioenLab dan dat er traineeships en stageplaatsen bij de fondsen waren. Bied plekken aan. En het is inderdaad zo dat jongeren pensioen ver van hun bed vinden. In de discussie over de Wtp viel al op dat senioren hun geluid lieten horen en jongeren niet. Laatst zijn we met de jongeren van het CDJA en onze senioren op werkbezoek geweest bij het PensioenLab. Dan gaat pensioen meer leven en zien jongeren hoe relevant het is. Ook voor jongeren geldt dat je ze actief moet benaderen.’
Hoe gaat het CDA om met diversiteit?
‘Wij zijn ontstaan uit drie verschillende bloedgroepen die bewust gekozen hebben om samen een brede volkspartij te worden. We zijn christelijk geïnspireerd, maar we willen niet alleen maar voor gelovigen opkomen. We willen een brede representatie. Mensen moeten zich in ons kunnen herkennen. Dat vraagt wel wat. We hebben in onze organisatiestructuur regionale afdelingen met besturen, maar ook netwerken, zoals een vrouwen-, jongeren- en diversiteitsnetwerk en themagroepen. We zoeken steeds naar verbinding. Ik heb laatst bijvoorbeeld een gezinsvisie uitgebracht. Dan kijken we hoe gezinnen in de loop der jaren veranderd zijn. Er zijn alleenstaande ouders, samengestelde gezinnen, gezinnen met een migratieachtergrond. Waar lopen zij tegenaan, weten wij deze groepen voldoende aan te spreken? Herkennen zij zich in onze normen en waarden? Als je het gesprek met elkaar aangaat, vindt er verbinding en herkenning plaats.’