INTERVIEW

‘Wij bereiden ons voor op beide regelingen’

‘Maak een clean break met het verleden en probeer niet elke punt of komma te repareren of te compenseren’, zegt José Suarez Menendez, voorzitter van Het Nederlandse Pensioenfonds, een Algemeen Pensioenfonds (APF) dat pensioenregelingen uitvoert voor meerdere werkgevers en voormalige pensioenfondsen.

Hoe heeft uw pensioenfonds zich tot nu toe voorbereid op de keuze voor een ander pensioencontract? ‘In tegenstelling tot bedrijfstak- en ondernemingspensioenfondsen die naar een specifieke regeling kijken, bereiden wij ons zowel voor op de flexibele premieregeling als op de solidaire premieregeling en het “oude” Financieel toetsingskader (Ftk). We werken voor meerdere kringen, in totaal zes, met verschillende regelingen. Elke kring is een afgescheiden financieel geheel. Dat betekent dat er verschillende keuzes gemaakt worden. Sinds de concept-wetgeving er ligt zijn we hier intensief mee bezig. We voeren uitgebreide gesprekken met de verschillende sociale partners over de regeling die zij willen in het nieuwe stelsel. Een van onze werkgevers wil voorsorteren op het nieuwe contract en wil alvast naar een defined contribution-regeling. We hebben deze regeling dit jaar geopend. Daar leren we veel van voor de inrichting van de flexkringen straks. We doen ervaring op met de bouw van life cycles en individuele potjes. Voor gesloten fondsen die niet willen overgaan naar het nieuwe stelsel handhaven we een Ftk-propositie. We zijn druk bezig om daar mooie oplossingen voor te ontwikkelen. Er gaat veel energie in zitten om alle varianten te faciliteren.’ Zijn de wettelijke mijlpalen realistisch? ‘Dat is een heel spannend proces. Als je kijkt naar alle vereisten, zoals het stapelen van de MVEV, de solidariteitsreserve en de operationele reserve, wordt het heel complex. Die complexiteit betreft zowel de uitvoering als de regeling. Er moet bijvoorbeeld een accountantsverklaring bij de uitvoering. Voor een integere en beheerste uitvoering is dat wenselijk, maar voordat accountants een verklaring afgeven ben je weer drie tot zes maanden verder. Zo wordt het tijdpad steeds langer. Alle fondsen moeten tussen 2024 en 2027 de overstap maken. Dat is een vrij krap tijdsbestek.’ Waaraan moet een pensioenregeling voldoen vanuit het perspectief van uw algemene pensioenfonds? ‘Let op de uitlegbaarheid. Het is belangrijk dat mensen straks beter begrijpen waarom pensioenen wel of niet omhoog gaan. In het huidige stelsel is dat ingewikkeld. Het vermogen van het pensioenfonds is gegroeid, maar de rente is de laatste jaren gedaald, waardoor de contante waarde van de verplichtingen harder gestegen is dan het vermogen en we niet hebben kunnen indexeren. Dat begrijpen mensen niet. Je raakt veel mensen al kwijt als je in procenten begint te praten. Ook moet je letten op de complexiteit. Dat betekent bijvoorbeeld dat je voorzichtig moet zijn met overgangsregelingen. Maak een clean break met het verleden en probeer niet elke punt of komma te compenseren of te repareren, want dat kost veel geld en maakt het onoverzichtelijk.’ Bent u het eens met de stelling dat sociale partners een leidende rol hebben bij de transitiebesluiten? ‘Terecht, want een pensioenregeling is een afspraak die tussen werkgevers en werknemers wordt gemaakt. Wij voeren uiteindelijk een arbeidsvoorwaarde uit. De sociale partners waarmee wij te maken hebben, zijn bezig met de contractskeuze. Het tempo varieert. De een is al ver, de ander nog niet.’ Wat is de meerwaarde van de uitvoeringsorganisatie in de voorbereidende fase van het transitietraject? ‘Uitvoeringsorganisaties kunnen toegevoegde waarde bieden in het inzicht geven in de uitvoerbaarheid. Zijn er elementen in de regeling die lastig uitvoerbaar zijn, of onevenredig duur? Zij er andere oplossingen die goedkoper zijn en beter uitvoerbaar? Dat is vooral de rol van de uitvoeringsorganisatie.’

‘Elke kring is een afgescheiden financieel geheel. Dat betekent dat er verschillende keuzes gemaakt worden’

José Suarez Menendez

‘Het is belangrijk dat mensen straks beter begrijpen waarom pensioenen wel of niet omhoog gaan.’

‘Het nieuwe pensioenstelsel leeft nog niet bij deelnemers. We krijgen er nauwelijks vragen over’

José Suarez Menendez

Hoe neemt u de deelnemers mee in het transitieproces? ‘We hebben enquêtes en panels gehouden. We hebben onze deelnemers bevraagd, de actieven, de gepensioneerden en bij gesloten fondsen de slapers. Dat heeft beperkingen, want je bevraagt mensen op een terrein dat ze als ingewikkeld beschouwen, maar het geeft wel degelijk inzicht in de manier waarop de deelnemer hiernaar kijkt. Ook geven we informatie over het nieuwe stelsel, maar het leeft nog niet bij deelnemers. We krijgen er nauwelijks vragen over.’ Wat zijn voor uw pensioenfonds argumenten om wel of niet in te varen? ‘Dat verschilt per kring. Het is invaren, tenzij. Ik denk dat de meeste kringen niet met een gesloten potje willen achterblijven, maar alles graag bij elkaar willen houden. Maar een gesloten kring kan niet zondermeer invaren. Wij hebben toevallig te maken met een gesloten kring die interesse heeft om in te varen. De vraag is of de sociale partners bereid zijn een verzoek te doen tot invaren. Daarvan zijn wij afhankelijk. Als er geen werkgever is, lijkt het erop dat invaren niet mogelijk is.’ Heeft de contractkeuze invloed op het beleggingsbeleid? ‘Ik denk dat de bestandssamenstelling meer verschil maakt voor het beleggingsbeleid dan de keuze voor een flexibel of solidair contract. In het huidige Ftk zie je bij een heel jonge populatie op de balans een lange duratie in de verplichtingen. Straks heb je geen verplichtingen meer op de balans. Dat is echt een verschuiving. Nu ligt het beginpunt nog bij de verplichtingen, waardoor de rente heel dominant is. Dat gaat verschuiven naar de uitkeringsfase. Bij een jonge populatie heb je veel renterisico op de balans, dus zie je beleggingsinstrumenten in de portefeuille om dat renterisico te beheersen. Als die verplichtingen er niet meer zijn, zal er voor jongeren vooral aandacht komen voor beleggen in zakelijke waarden. Dan worden er gewoon potjes met geld belegd.’ Hoe heeft u de governance geregeld in het transitieproces? ‘We begeleiden de sociale partners zoveel mogelijk bij het maken van de keuze voor een van de contracten. Het primaat voor de nieuwe regeling ligt bij de sociale partners. Het primaat voor het invaren ligt meer bij het bestuur. Daarvoor moeten wij wel een verzoek krijgen van de sociale partners, maar de belangrijke beslissingsbevoegdheden liggen bij het bestuur en het belanghebbendenorgaan. Je kunt zeggen dat het zwaartepunt voor de verantwoordelijkheden in de toekomst bij de sociale partners ligt en het zwaartepunt voor de verantwoordelijkheden in het heden bij het fonds. Welke evenwichtigheidsvraagstukken spelen er als we gaan invaren? Daar kijkt het fondsbestuur naar, maar ook het belanghebbendenorgaan en de raad van toezicht. Maar het is een iteratief proces. Het nieuwe pensioenstelsel is geen bestaand fenomeen. Niemand heeft nog ervaring met de solidaire premieregeling. Daarom zullen vraagstukken een paar keer heen en terug gaan. Wat vinden we ervan, wat zijn de effecten?’ Hoe kijkt u zelf naar de transitie? ‘Ik vind het een heel interessant traject. Ik ben er positief over. Deelnemers kunnen straks beter volgen waarom hun pensioen omhoog of omlaag gaat. Wel maak ik me zorgen over de complexiteit. Bijvoorbeeld over het opvangen van positieve en negatieve effecten. Die mag je over maximaal 10 jaar uitsmeren om de impact te verzachten. Als je dat allemaal dakpansgewijs moet bijhouden, krijg je straks Upo’s met drie scenario’s plus honderd velden met de plussen en minnen over 10 jaren. Dat is technisch zuiver, maar ook duur en onoverzichtelijk. Ik weet niet of deelnemers dat als een verbetering zullen ervaren.’

José Suarez Menendez is bestuursvoorzitter van Het nederlandse pensioenfonds. Het nederlandse pensioenfonds is een APF en voert de pensioenregelingen uit voor meerdere werkgevers en voormalige pensioenfondsen. Het APF maakt gebruik van collectiviteitkringen, waar meerdere werkgevers bij elkaar zitten om schaalvoordeel te behalen (open kring). Ook is het mogelijk om een eigen collectiviteitkring (besloten kring) op te richten. De vermogens tussen de kringen zijn en blijven gescheiden.