INTERVIEW

‘Met onze input kunnen sociale partners een goede beslissing nemen.’

‘Sociale partners en pensioenfondsen kunnen niet zonder elkaar’, zegt Evelien Vlastuin, bestuurder bij BPL Pensioen, het pensioenfonds voor werkenden in de agrarische en groene sectoren of daaraan gekoppelde ondernemingen.

Hoe heeft uw fonds zich tot nu toe voorbereid op de keuze voor een ander pensioencontract? ‘We zijn al vroeg begonnen met interne kennissessies over verschillende onderwerpen, zoals de contractkeuze, de solidariteitsreserve, invaren en methodieken van korten. Deze kennissessies zijn voor het bestuur, het verantwoordingsorgaan en de raad van toezicht. Vorig jaar zomer hebben we een projectgroep ingericht die zich met het nieuwe pensioencontract bezighoudt. Hierin zitten bestuursleden, medewerkers van het bestuursbureau en externe projectbegeleiding. Ik ben een van de bestuursleden in de projectgroep. De projectgroep initieert en coördineert de acties die nodig zijn voor de stelselwijziging en voert ze ook uit. Nu zijn we deelprojecten aan het inrichten.’ Zijn de wettelijke mijlpalen realistisch? ‘Ik ga ervan uit dat de wetgeving per 1 januari 2023 ingaat. Als de wetgeving doorschuift, schuiven de tijdlijnen hopelijk ook door. Overgaan naar het nieuwe stelsel per 1 januari 2024 is voor ons niet meer realistisch. Overgaan per 1 januari 2025 is ambitieus, maar zou eventueel moeten kunnen. 2026 is een veiliger optie. Als we overstappen per 1 januari 2027 zijn we ook nog op tijd, maar als er dan iets tegenzit heb je echt een probleem. We zijn met de sociale partners in gesprek over de datum.’ Waaraan moet een pensioenregeling voldoen vanuit het perspectief van uw bedrijfstakpensioenfonds? ‘Onze achterban is divers, over de volle agrarische breedte, van loonwerkers tot laboratoriummedewerkers. Niet iedereen is financieel even onderlegd. Een goede pensioenregeling is volgens mij uitlegbaar. Ik vind het belangrijk dat deelnemers kunnen volgen wat er gebeurt met hun geld. Ik hoop dat dat gaat lukken, maar ik heb daar persoonlijk wel vraagtekens bij. Het nieuwe contract wordt zo ingewikkeld dat ik me wel afvraag of het uit te leggen is aan de deelnemers. Verder is een goede risicorendementsverhouding belangrijk. Je kunt veel rendement halen als je grote risico’s neemt, maar als pensioenfonds moet je je realiseren dat het niet je eigen geld is. Pensioen is uitgesteld loon en voor onze deelnemers is het een belangrijke inkomstenbron.’ Zijn er specifieke overwegingen voor het ene of het andere contract? ‘Onze sociale partners vinden solidariteit heel belangrijk. Daarvoor biedt het solidaire contract de meeste ruimte. Uit ons risicobereidheidsonderzoek blijkt dat een behoorlijk deel van onze deelnemers weinig ruimte heeft om tegenvallers op te vangen. De mogelijkheid om elkaar te steunen als het tegenzit is voor ons dus heel belangrijk.’

‘Onze achterban is divers, over de volle agrarische breedte, van loonwerkers tot laboratoriummedewerkers. Niet iedereen is financieel even onderlegd.’

Evelien Vlastuin

‘Ik vergelijk de samenwerking tussen het pensioenfonds en de sociale partners met een vlinderdasje. Het pensioenfonds aan de ene kant, de sociale partners aan de andere kant. Met een verbindingsstukje ertussen.’

‘Onze deelnemers blijken zeer geïnteresseerd te zijn. Ik was aangenaam verrast dat het nieuwe pensioencontract zó leeft.’

Evelien Vlastuin

Bent u het eens met de stelling dat sociale partners een leidende rol hebben bij de transitiebesluiten? ‘De wetgever heeft aangegeven dat sociale partners die rol hebben. Tegelijkertijd is het zo dat sociale partners deze rol niet kunnen vervullen zonder input van het pensioenfonds. Over de haalbaarheid van de plannen, de uitvoerbaarheid, de kosten, de deelnemerspopulatie. Met onze input kunnen sociale partners een goede beslissing nemen. We kunnen niet zonder elkaar. Onze projectgroep is dan ook gelinkt aan de sociale partners. We werken zelfstandig, maar waar nodig kunnen we de samenwerking gemakkelijk regelen. We maken gebruik van hetzelfde projectmanagement en dezelfde experts, zodat we over dezelfde informatie beschikken.’ Hoe neemt u de deelnemers mee in het transitieproces? ‘We kunnen de deelnemers nog niet concreet vertellen wat deze verandering voor hen persoonlijk betekent, maar we vertellen wel waarom het stelsel verandert. Wat gaat er gebeuren? Wat blijft hetzelfde? We geven informatie op onze website en in ons magazine. Vorig najaar hebben we een webinar georganiseerd met een afgevaardigde van de sociale partners. Vooraf twijfelden we daarover. Leeft het wel? Zijn we niet te vroeg? Maar de deelnemers bleken zeer geïnteresseerd te zijn. Ruim 1.700 mensen keken live mee en 1.800 mensen keken achteraf. Ik was aangenaam verrast dat het nieuwe pensioencontract zó leeft.’ Wat zijn voor uw pensioenfonds argumenten om wel of niet in te varen? ‘De keuze om wel of niet in te varen ligt bij de sociale partners, maar ik denk dat de kans klein is dat we niet invaren. Niet invaren betekent dat je met twee wettelijke regimes te maken hebt en twee regelingen in de lucht moet houden. De kosten daarvan zijn hoog. Ook betekent niet invaren dat je nauwelijks invulling kunt geven aan de solidariteit, want je begint dan met een lege kas.’ Heeft de contractkeuze invloed op het beleggingsbeleid van uw pensioenfonds? ‘Dat onderzoeken we nu. In de wetenschappelijke literatuur zijn de meningen op sommige punten verdeeld. Het lijkt erop dat de impact voor het beleggingsbeleid meevalt als de sociale partners kiezen voor het solidaire contract. Dan blijven we net als nu collectief beleggen. Als je kiest voor de flexibele regeling zijn sommige beleggingscategorieën lastiger. Vastgoed kun je bijvoorbeeld niet snel liquide maken.’ Hoe heeft u de governance geregeld in het transitieproces? ‘Ik vergelijk de samenwerking tussen het pensioenfonds en de sociale partners met een vlinderdasje. Het pensioenfonds aan de ene kant, de sociale partners aan de andere kant. Maar wel met een verbindingsstukje ertussen. Wij hebben onze governance binnen het pensioenfonds geregeld, de sociale partners hebben hun eigen governance geregeld. De rollen en verantwoordelijkheden van de sociale partners en het pensioenfonds voor de transitie zijn goed geborgd. Periodiek overleggen we met de raad van toezicht en het verantwoordingsorgaan. Zij kijken mee.’ Hoe kijkt u zelf naar het proces? ‘Ik heb het idee dat we goed bezig zijn, maar ik ben heel benieuwd naar de manier waarop anderen het doen. Vooral naar hoe zij omgaan met de timing. Er komt wetgeving en je werkt toe naar een datum, maar wat doe je als de inwerkingtreding van de wet wordt uitgesteld? Houd je dan vast aan je planning of schuif je zaken door? Ondertussen moeten de sociale partners een voorlopige keuze maken voor een van de twee contracten, terwijl ze niet kunnen overzien hoe de wetgeving er in detail uitziet. Voor ons gevoel proberen we de goede dingen te doen, maar we weten nog onvoldoende welke kant het opgaat. Dat vind ik lastig. Je kunt wel enthousiast van alles uitwerken, maar als het toch anders uitpakt heb je geld verkwist. En dat is geld van de deelnemers, waar je zo netjes mogelijk mee wilt omgaan.’

Evelien Vlastuin zit in het bestuur van BPL Pensioen namens de pensioengerechtigden. BPL Pensioen is het pensioenfonds voor werknemers die werken bij een bedrijf in de agrarische en groene sector óf een daaraan gekoppelde onderneming.