COLUMN


Noodklok

Shaktie Rambaran Mishre
Voorzitter Pensioenfederatie

Wie er oor voor heeft, hoorde ons de afgelopen weken regelmatig de noodklok luiden. De rente is historisch laag en dat heeft effect op alle pensioenfondsen, zo blijkt uit onze uitvraag van afgelopen zomer. Het verschilt per pensioenfonds wat de impact ervan is: er zijn zorgen over een dreigende (stapeling van) verlagingen op de korte termijn, over premieontwikkelingen en toekomstige opbouw. Voor de deelnemers zijn al deze berichten verontrustend. “Wat gebeurt er met mijn pensioen?”

Dat luiden van de noodklok is niet iets dat we graag doen. Ik krijg zelf veel meer energie van vertellen hoe mooi ons pensioenstelsel is en wat de voordelen er van zijn. De noodklok luiden we dan ook niet zomaar. Nu moet het, want we verwachten dat alle deelnemers direct of indirect last gaan krijgen van wat er gaat gebeuren met zijn of haar pensioen. En we staan nu juist voor een goed pensioen voor die deelnemer.


Deelnemers lezen ook kranten. Regelmatig krijg ik dan ook vragen over pensioen. “Hoezo moeten pensioenfondsen verlagen?” is zo’n vraag. Een begrijpelijke vraag want er staat tenslotte een vermogen klaar dat geen mens kan bevatten. “En pensioengeld wordt toch vooral belegd en niet simpelweg op een spaarrekening gezet, dus wat heeft rente ermee van doen?” De regels van het spel zijn voor insiders glashelder, maar voor een deelnemer kunnen ze willekeurig overkomen. “Waarom moet het ene pensioenfonds dit jaar verlagen en heeft het andere pensioenfonds met dezelfde dekkingsgraad nog een of twee jaar de tijd?” is ook zo’n vraag. In het “spoorboekje” van het financieel toetsingskader staat het opgeschreven. De periode van zo’n hersteltermijn loopt voor elk fonds op een ander moment af. Toch maakt het op dit moment een enorm verschil voor miljoenen deelnemers. Het is belangrijk dat we juist in deze tijd een duidelijk uitleg kunnen geven van de situatie.


Gelukkig is het geluid van de noodklok gehoord. We zijn in gesprek met minister Koolmees. Wat we willen, zijn toekomstbestendige, uitvoerbare en uitlegbare maatregelen. Het is daarvoor van belang dat de betrokken partijen, de minister, DNB, AFM, de vakbonden en de werkgevers, een gedeeld beeld hebben van de breedte van de problematiek, de impact en de urgentie. Het gaat niet alleen om de dreigende (stapeling van) verlagingen, ook de premieontwikkelingen en de toekomstige opbouw vormen onderdeel van de problematiek. We hebben er vertrouwen in dat de minister, dit alles gehoord hebbende, adequate besluiten neemt in het belang van de deelnemers en het vertrouwen in het stelsel.


Wat ik ook bepleit, is dat we niet alleen kijken naar de situatie nu. We willen ook dat de samenleving vertrouwen heeft in de overgang naar een nieuw pensioenstelsel, hoe dat er ook uit komt te zien. De gekozen maatregelen moeten logisch te volgen en geloofwaardig zijn, voor de situatie nu en straks. Hierin staan minister Koolmees, sociale partners en de pensioensector voor een gezamenlijke uitdaging. Immers, de combinatie van AOW met een solide tweede pijler heeft het Nederlandse pensioenstelsel sterk gemaakt. En sterk, dat moet het blijven.


Shaktie Rambaran Mishre

Voorzitter Pensioenfederatie