‘Het gaat niet alleen om bescherming van je activa, maar ook om de levensvatbaarheid van een gebied’
‘Duurzaamheid is steeds meer onderdeel van de markt’, zegt financieel econoom Jacqueline Duiker, senior manager sustainability en responsible investment bij de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). ‘Dat is logisch, want het gaat om echte risico’s en echte kansen.’
Elk jaar onderzoekt VBDO hoe de 50 grootste Nederlandse pensioenfondsen – samen goed voor meer dan 90 procent van het beheerd vermogen - presteren op het gebied van verantwoord beleggen. ‘We kijken heel gedetailleerd’, zegt Duiker. ‘Hoe ziet het beleggingsbeleid eruit? Is de verantwoordelijkheid goed belegd in de organisatie? Hoe wordt het uitgevoerd? Hoe wordt er verantwoording afgelegd over wat er gebeurt?’ De benchmark bevat diverse ESG-thema’s (Environment, Social, Governance) en besteedt sinds vorig jaar specifiek aandacht aan klimaatverandering. ‘Klimaatverandering wordt steeds belangrijker. Niet alleen maatschappelijk, maar ook in de beleggingen.’ Minder beleggen in CO2-intensieve sectoren Uit onderzoek van VBDO bleek twee jaar geleden dat slechts de helft van de pensioenfondsen beleid had ontwikkeld op het gebied van klimaatverandering. Vorig jaar bleek uit onderzoek dat vrijwel alle pensioenfondsen inmiddels in hun beleggingsbeleid aandacht besteden aan het klimaat. ‘Het beleid is nu meestal nog vrij algemeen’, zegt Duiker. ‘Het zwaartepunt ligt bij mitigatie, dus het beperken van de oorzaken van klimaatverandering. Fondsen willen bereiken dat hun beleggingen minder bijdragen aan de CO2-uitstoot, zodat de temperatuurstijging minder zal toenemen.’ Dit kan door minder te beleggen in CO2-intensieve bedrijven of sectoren of door meer te investeren in duurzame energie. Naast deze mitigatiestrategie is er de adaptatiestrategie. Daarbij gaat het om beleggingen die aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering ondersteunen, zoals het bouwen van deltawerken. ‘Adaptatie is veel moeilijker. Het vraagt een andere manier van kijken’, zegt Duiker. ‘Pensioenfondsen zijn hierin geïnteresseerd en hebben behoefte aan kennis.’ VBDO organiseert bijeenkomsten om kennis te delen over verantwoord beleggen. Pensioenfondsen kunnen ook lid worden van VBDO. Beleggingen staan bloot aan fysieke risico’s De gevolgen van klimaatverandering zijn uiteenlopend en ze zijn ook nog eens divers op verschillende plekken in de wereld. Dan is het de vraag wat er in een bepaalde regio gebeurt en wat er nodig is om je aan te passen. Duiker vertelt dat verschillende dataserviceproviders de fysieke risico’s van klimaatverandering – regen, droogte, extreem weer, storm, temperatuurstijging – in kaart brengen en proberen te kwantificeren, zodat beleggers deze risico’s kunnen meenemen in hun beleggingsportfolio. In hoeverre staan beleggingen in een bepaald gebied bloot aan fysieke risico’s, zoals overstromingsgevaar? ‘Die analyses worden nu gemaakt, maar verkeren nog in het beginstadium.’ Betekent dat: het gebied dreigt te overstromen, dus wegwezen met je beleggingen daar? Duiker zegt: ‘Dat is een gevaar dat ik wel signaleer. Als je adaptatie puur vanuit financiële risico’s en rendement beoordeelt, is weggaan van de risico’s inderdaad de reactie. Vanuit beleggersperspectief snap ik dat, maar het zure is dat het gebied in kwestie daar niets aan heeft.’
‘Voor pensioenfondsen geldt dat het hun fiduciaire plicht is om rekening te houden met duurzaamheid; zij beleggen voor volgende generaties.'
Bijdragen aan een oplossing Beleggers kunnen een adaptatiestrategie toepassen op hun portfolio. Lopen hun beleggingen in een bepaald gebied fysieke risico’s? Ze kunnen ook kijken of hun assets goed beschermd zijn. Zijn de gebouwen in het gebied bestand tegen extreme regenval? Is de infrastructuur daartegen opgewassen? ‘Dat gaat een stap verder’, zegt Duiker. ‘Dan gaat het niet alleen om bescherming van je eigen activa, maar ook om de levensvatbaarheid van het gebied. Als het gebied niet levensvatbaar is, neemt de waarde van jouw activa uiteindelijk ook af.’ Ze adviseert: ‘Kijk niet alleen naar het minimaliseren van je eigen risico’s, maar vraag je af in hoeverre jouw beleggingen bijdragen aan een oplossing in een bepaald gebied. Dat is proactief.’ Die boodschap houdt ze de financiële sector voor. Kansen zoeken of risico’s mijden Zijn adaptatiestrategieën meer kansenzoekend dan risicomijdend? ‘Zo kun je dat niet zien’, vindt Duiker. ‘Vanuit risicoperspectief kun je zowel een mitigatie- als een adaptatiestrategie volgen. Als fondsen hun beleggingen in fossiele energie afbouwen, is dat risicomijdend. Maar weggaan met je beleggingen uit gebieden waar fysieke klimaatrisico’s spelen, is ook risicomijdend.’ Dat laatste vindt zij niet de oplossing. ‘Uiteindelijk loont het om een stap verder te kijken.’ Als voorbeeld noemt ze palmplantages in gebieden in Indonesië die met overstromingen te kampen hebben. Palmolie is een belangrijke grondstof voor multinationals, dus een adaptieve strategie is noodzakelijk; de palmplantages worden ontwikkeld op een hoger gelegen gebied. ‘Dan kun je zeggen: ik heb het opgelost, de toekomst van de plantages is zeker en de lokale bevolking houdt een inkomen. Op papier ziet dat er goed uit. Maar het betekent wel dat er bossen moeten worden gekapt. Je hebt het probleem verplaatst. Uiteindelijk schiet niemand hier iets mee op.’ Gevolgen klimaatverandering zijn zichtbaar De doelstelling van het Parijs-akkoord is dat de opwarming van de aarde beperkt blijft tot ruim onder de 2 graden Celsius. Is een adaptatiestrategie ook noodzakelijk als deze doelstelling gehaald wordt? Duiker wijst erop dat de CO2-uitstoot wereldwijd nog steeds stijgt en dat er volgens het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change, het klimaatpanel van de Verenigde Naties) eerder sprake is van een 4- of 5-gradenpad. ‘Maar het is geen kwestie van of of, mitigatie en adaptatie moeten allebei. De gevolgen van de klimaatverandering zijn er al.’ Ze wijst op eilanden als Tuvalu, de Solomon Eilanden, de Malediven en de Seychellen, die dreigen te verdwijnen als gevolg van de stijgende zeespiegel, op de toegenomen stormen in Nederland (‘Vraag maar aan de schadeverzekeraars’) en op het verplaatsen van de hoofdstad van Indonesië van Java naar Kalimantan. ‘Wat is er nodig om de wereld leefbaar te houden? Pensioenfondsen zijn asset owners en hebben een verantwoordelijkheid om te bepalen of ze dit belangrijk vinden en hoe ze ermee omgaan in hun beleggingsbeleid. Daarmee zorgen zij ervoor dat assetmanagers wereldwijd de kennis ontwikkelen om een zo goed mogelijke vertaling naar de beleggingsbeslissingen te maken.’
'Biodiversiteit is een van de fundamenten van de levensvatbaarheid van de wereld.'
Meer impact op relevante thema’s Een verantwoord beleggingsbeleid betekent méér dan alleen aandacht voor klimaatverandering. Duiker wijst op het belang van aandacht voor biodiversiteit. ‘Dat gaat een nieuw onderwerp worden. Biodiversiteit is een van de fundamenten van de levensvatbaarheid van de wereld, dus als je ergens activiteiten ontplooit moet je ook rekening houden met biodiversiteit.’ Ze stelt dat governance een belangrijke indicator is. ‘Goed governance betekent dat de verantwoordelijkheden goed belegd zijn, dat er geen corruptie is, dat een bedrijf niet aan belastingontduiking doet, dat mensenrechten niet geschonden worden. Als de governance goed op orde is, zijn andere aspecten vaak ook beter op orde. En andersom.’ Vindt zij dat pensioenfondsen in hun beleggingsbeleid aan al deze aspecten even veel waarde moeten toekennen? ‘Al deze aspecten zijn belangrijk en het is moeilijk om een hiërarchie aan te brengen. Je kunt op een basisniveau alles meenemen en kiezen voor meer ambitie op bepaalde thema’s, bijvoorbeeld dat je meer impact wilt op thema’s die voor je deelnemers relevanter zijn.’