INTERVIEW


‘Pensioen is geen arbeidsvoorwaarde’

Geen prikkels meer om op oneigenlijke gronden te kiezen voor ondernemerschap, iedereen draagt premies en belastingen af, goede voorzieningen voor scholing om duurzaam aan het werk te blijven – het zijn een paar aanbevelingen uit het eindrapport ‘In wat voor land willen wij werken?’ van de Commissie Regulering van Werk. Wat betekent dit voor de pensioenen?

Pensioen komt nauwelijks aan de orde in het eindrapport. Om twee redenen, zegt Frank Kalshoven, directeur van de Argumentenfabriek en lid van de Commissie Regulering van Werk – de commissie-Borstlap. ‘Heel praktisch, het eindrapport gaat al over heel veel onderwerpen en ergens moet je een grens trekken. De andere overweging was dat er eindelijk een pensioenakkoord ligt. Er wòrdt al over pensioen gesproken. Daar wilden wij als commissie niet dwars doorheen gaan.’ Prijsverschillen kleiner Op persoonlijke titel wil Kalshoven best vertellen hoe hij naar het pensioenstelsel kijkt. Daarbij borduurt hij voort op de gedachtegang van de commissie-Borstlap. De commissie wil duurzame arbeidsrelaties stimuleren. Een consequentie daarvan is dat het werkgeverschap aantrekkelijker wordt dan het opdrachtgeverschap. ‘De afgelopen decennia is er heel veel opgehangen aan het arbeidscontract. Daardoor is er voor werkgevers een groot kostenverschil tussen het aannemen van werknemers met een arbeidscontract en het inhuren van zzp’ers. Daarom adviseert de commissie de prijsverschillen tussen de verschillende vormen van arbeid kleiner te maken.’ Gelijk speelveld Iedereen met een inkomen uit arbeid moet op dezelfde manier behandeld worden, vindt de commissie. Dit betekent afschaffing van de fiscale voordelen voor zelfstandigen, zoals de zelfstandigenaftrek en de mkb-winstvrijstelling. Dankzij deze voordelen kunnen veel zzp’ers tegen lage tarieven werken. Een gelijk speelveld betekent ook dat zzp’ers verplicht worden tot het afsluiten van een arbeidsongeschiktheidsverzekering, iets wat voor werknemers via de werkgever al geregeld is. Wat Kalshoven betreft hoort pensioen ook in dit rijtje thuis. ‘Pensioenpremies zorgen voor een enorm kostenverschil tussen werknemers en zelfstandigen. Dat moet dus anders. We moeten afscheid nemen van de fictie dat pensioen een arbeidsvoorwaarde is.’

We moeten afscheid nemen van de fictie dat pensioen een arbeidsvoorwaarde is.’

Frank Kalshoven, Lid commissie Borstlap


‘Het pensioen van zzp’ers is een maatschappelijk vraagstuk’
‘Pensioen betekent sparen voor de oude dag, niets meer en niets minder,.'

Frank Kalshoven, Lid commissie Borstlap

Bijstorten werkgevers ‘Vroeger was pensioen een arbeidsvoorwaarde. Zo is het ontstaan en opgebouwd en uitonderhandeld door werkgevers en werknemers. Ik ben daar heel positief over.’ Maar nu is de situatie anders, vindt hij. ‘Pensioen was een arbeidsvoorwaarde zo lang werkgevers zich juridisch of moreel verplicht voelden om bij te storten als er tekorten waren. Maar de werkgever is er de facto uitgestapt. Pensioen was misschien ook een arbeidsvoorwaarde toen de premies een belangrijke rol speelden bij de hoogte van de uitkering. Inmiddels is de premie relatief onbelangrijk ten opzichte van het beleggingsresultaat. Bovendien is de bodem weggevallen onder de logica om het pensioen per sector of onderneming te regelen, want de meeste mensen werken niet meer hun hele leven in dezelfde sector.’ Basisverzekering Pensioen betekent sparen voor de oude dag, niets meer en niets minder, vindt Kalshoven. Wat hem betreft gaan alle werkenden verplicht sparen voor hun pensioen, volgens een uniforme polis die de overheid opstelt. ‘Een basispakket voor het gat tussen de AOW en de sociale verzekeringsgrens, zo’n € 50.000. Iedereen doet mee, dus ook de zzp’ers en de werknemers die nu geen pensioen opbouwen. Met individuele potjes en de voordelen van gezamenlijk beleggen.’ Zo’n pensioenpolis is te vergelijken met de manier waarop de ziektekosten geregeld zijn: de basisverzekering waaraan iedereen verplicht meedoet en die aangeboden wordt door verschillende verzekeraars. ‘De uniforme pensioenpolis is dan de echte tweede pijler. Daarboven kun je misschien ook nog iets doen, in stimulerende zin, met een omkeerregeling.’ Wie ziet hij als uitvoerder van de pensioenpolis? ‘Pensioenfondsen of verzekeraars, dat kan allebei.’ Vermogensbox Bij individuele pensioenpotjes kan het opgebouwde vermogen toegerekend worden aan het individu. Hierdoor kan het fiscaal worden ondergebracht in box 3. ‘Box 3 moet de box worden van al het vermogen’, zegt Kalshoven. ‘Met de eigen woning kan dat al bijna. Het tarief in box 3 is 30 procent en de hypotheekaftrek gaat naar 37 procent, dus dat zijn nog maar een paar stapjes.’ Box 3 kan dan bestaan uit diverse vermogensbestanddelen – pensioen, huis, spaargeld – met afzonderlijke vrijstellingen. Wat gebeurt er met pensioenkapitaal als iemand overlijdt? Komt dat samen met de rest van het box 3-vermogen bij de erfgenamen terecht? ‘Solidariteit ten aanzien van het langlevenrisico is belangrijk. Misschien kun je een deel van je pensioenkapitaal in box 3 laten staan voor je kinderen, maar het grootste deel van je pensioenkapitaal moet je op pensioendatum aanwenden voor een levenslange uitkering. Zo’n regel moet er wel zijn.’ Stabiliteit economie Alle vermogensbestanddelen zichtbaar onderbrengen in box 3 is bovendien goed voor de stabiliteit van de economie, aldus Kalshoven. Hij wijst op de crisis rond de jaren ’10, toen huizen onder water stonden en mensen angstig werden. ‘Ze verhuisden minder, ze consumeerden minder. Dat heeft de neergang van de economie versterkt. Gek, want de netto vermogenspositie van huishoudens was prima. Maar mensen zagen dat niet, want werknemers zien niet hoe groot hun pensioenvermogen is. Je eigen pensioenpotje in box 3 zie je wel. Dan weet je dat je huis misschien minder waard is, maar je ziet ook dat je pensioenvermogen gestegen is. Bovendien ontstaat de mogelijkheid om flexibeler te zijn met al die vormen van kapitaal. Laat mensen bijvoorbeeld € 50.000 uit hun pensioenpot halen om hun eerste huis te kopen op voorwaarde dat ze dat bedrag binnen 25 jaar weer in hun pensioenpot stoppen. Je krijgt één zak geld waarin je slim heen en weer kunt schuiven.’ Pensioenakkoord Is het haalbaar, zo’n uniforme pensioenpolis? ‘Technisch is het niet moeilijk. Dit kun je uitwerken en binnen een jaar is het invoeringsrijp. De overgangsproblemen zijn net zo groot als bij het huidige pensioenakkoord.’ Toch ziet hij het er niet snel van komen. ‘Zo’n idee zal stuiten op het welbegrepen eigenbelang van organisaties in de pensioensector., de Pensioenfederatie, vakcentrales en werkgeversorganisaties. In feite zeg ik: kalkoen, slacht jezelf. Kalkoenen hebben de neiging om dat niet te doen.’ Een voorstel voor zo’n grote hervorming had toch goed gepast in het eindrapport van de commissie-Borstlap? ‘Het past er naadloos in.’ Pensioenplicht zzp’ers Nu sparen de meeste zzp’ers niet voor hun oude dag. Moet er een pensioenplicht voor zzp’ers komen? Kalshoven pleit voor het invoeren van een uniforme pensioenpolis voor werkenden die nu geen pensioen opbouwen, zo’n 10 procent van de werknemers en de zzp’ers. ‘Voor andere werkenden gelden bedrijfstakverplichtingen. Om gelijkheid tussen werkenden te bereiken kan de overheid dat voor deze groep opleggen. Voor de uitvoering kun je een tender doen en zo’n vijf partijen selecteren. Niet te veel partijen, want je hebt schaalgrootte nodig.’ Op die manier kan ook ervaring opgedaan worden met meer flexibiliteit en keuzemogelijkheden, zoals geld uit je persoonlijke pensioenpot gebruiken om een huis te kopen of een opleiding te volgen, of om in vette jaren meer in te leggen en in magere jaren minder. Sociale partners Stel dat pensioen geen arbeidsvoorwaarde meer is en dat er een uniforme pensioenpolis komt, wat is dan de rol van de sociale partners? ‘Als de overheid de pensioenpolis definieert en een professionele uitvoerder stelt de premiehoogte vast, dan hoort pensioen niet meer thuis op de cao-tafel. Daar praat je ook niet over de hoogte van de premie voor de zorgverzekering’, zegt Kalshoven. ‘Sociale partners praten nu over het verkeerde kapitaal. Ze bemoeien zich te veel met het pensioenvermogen en te weinig met het menselijk kapitaal. Scholing, levenslang leren, mensen in beroepen met een hoog arbeidsongeschiktheidsrisico de weg wijzen naar werk dat ze wel lang kunnen volhouden, daar kunnen vakbonden en werkgeversorganisaties een belangrijke rol spelen.’

Welke aanbevelingen deed de Commissie Borstlap? De Commissie Regulering van Werk presenteerde op 23 januari haar eindrapport. De Commissie stelt vast dat de huidige regels rondom werk duurzame arbeidsrelaties ontmoedigen en dat de regels bovendien erg complex en onduidelijk zijn. Dat is slecht voor de productiviteit en innovatiekracht van bedrijven, en veroorzaakt (financiële) onzekerheid bij werkenden, en werkenden die niet goed beschermd zijn tegen risico’s rondom werk. Daarnaast oordeelt de Commissie dat niet alle werkenden voldoende mogelijkheden hebben om zich te ontwikkelen tijdens hun werkzame leven, terwijl mensen steeds langer doorwerken en de inhoud van het werk sneller verandert. Ten slotte zorgen de regels onvoldoende voor een arbeidsmarkt waarop alle mensen, ongeacht hun capaciteiten, kunnen meedoen en weer snel aan de slag komen als ze tijdelijk aan de kant staan De commissie heeft vijf aanbevelingen:

  1. Bevorder interne wendbaarheid, rem externe flexibiliteit af. De Commissie bepleit meer ruimte voor werkgevers om functie, arbeidsplaats en werktijd in arbeidsovereenkomsten aan te passen wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Werkgeverschap moet aantrekkelijker worden door de ontslagbescherming aan te passen en de verplichtingen voor de werkgever rondom loondoorbetaling bij ziekte te verkorten tot een jaar. Flexibele contracten worden niet langer aangemoedigd, en de kosten van onzekerheid moeten weerspiegeld worden in de prijs van tijdelijk werk.
  2. Creëer een overzichtelijker stelsel van contractvormen. De Commissie wil het aantal contractvormen terugbrengen tot drie soorten werkenden: werknemers met een contract voor (on)bepaalde tijd; zelfstandigen, en werknemers die op uitzendbasis tijdelijk werk verrichten dat niet is te voorzien naar tijd en omvang.
  3. Stel alle werkenden in staat zich te ontwikkelen en te (blijven) leren. De Commissie stelt voor dat elke burger bij geboorte een individueel leer- en ontwikkelbudget krijgt dat beschikbaar is voor het verwerven van noodzakelijke kennis en vaardigheden gedurende de hele loopbaan, evenals loopbaanbegeleiding voor alle werkenden om duurzaam inzetbaar te blijven.
  4. Zorg voor een fiscaal gelijke behandeling van en basisinkomenszekerheid voor alle werkenden. Alle werkenden krijgen een basale bescherming tegen inkomensverlies bij arbeidsongeschiktheid. Verplichte aanvullende verzekeringen voor werknemers blijven bestaan. De Commissie bepleit een gelijke fiscale behandeling van arbeid voor alle werkenden. Ondernemerschap wordt gestimuleerd.
  5. Kom tot een activerend en inclusief arbeidsmarktbeleid. Iedereen moet zich inspannen om aan de slag te komen of te blijven. Individuele begeleiding wordt geïntensiveerd. Loopbaanwinkels helpen mensen hierbij. Wanneer men niet op de reguliere arbeidsmarkt terecht kan, wordt voorzien in aanvullende werkgelegenheid.

Wat zegt de Commissie Borstlap over pensioen? Over pensioen heeft de commissie Borstlap de het volgende geconcludeerd: In het huidige stelsel slagen niet alle werkenden erin om tijdens hun (werkende) leven voldoende middelen opzij te leggen voor de oude dag; zo zal van de huishoudens met zelfstandig ondernemers naar verwachting 43 procent niet een pensioen van 70 procent van het bruto huishoudinkomen bereiken. Andere groepen sparen juist te veel; ongeveer een vijfde van de huishoudens heeft een pensioeninkomen dat uitkomt op een vervangingsratio van meer dan 100 procent. De commissie beveelt het volgende aan: “Voor aanvullend pensioen boven de AOW gelden nu afwijkende verplichtingen voor verschillende werkenden. Een in gelijke mate beschermen van werkenden vergt volgens de Commissie aanpassingen in de richting van een gelijk speelveld. In dit kader ligt een aanvullende voorziening in het fundament voor alle werkenden, boven de huidige AOW, in de toekomst voor de hand. Om oversparen te voorkomen, kunnen verdergaande keuzevrijheden worden ingebouwd (in lijn met het pensioenakkoord) en/of de fiscale facilitering van pensioenopbouw worden beperkt tot een bepaald pensioengevend inkomen.”