Peter Molengraaf
‘Wij kijken continu ver vooruit’
‘Door te investeren in groene energie help je de maatschappij’, zegt Peter Molengraaf van Topsector Energie, een samenwerkingsverband van het bedrijfsleven, kennisinstellingen en de rijksoverheid. Molengraaf is boegbeeld van Topsector Energie en voorzitter van het Topteam Energie (de energie-innovatie adviescommissie van de minister van Klimaat en Groene Groei).
Wat doet Topsector Energie?
‘Wij adviseren het ministerie van Klimaat en Groene Groei over welke innovaties wanneer ontwikkeld kunnen en moeten worden, voor het benutten van verdienkansen voor het Nederlandse bedrijfsleven en het behalen van de Nederlandse klimaatdoelstellingen. Vanuit deze rol adviseren we de minister ook over hoe het overheidsbudget voor energie-innovatie de komende jaren het best ingezet kan worden. Vaak is het in een vroege fase de overheid die samen met kennisinstellingen investeert in innovaties en neemt het bedrijfsleven het in een latere fase over. Daarnaast verbinden we kennisinstellingen, bedrijven en maatschappelijke organisaties om nieuwe toepassingen te ontwikkelen en verspreiden we opgedane kennis.’
Wat ziet u de komende jaren gebeuren?
‘De programma’s waaraan wij werken lopen minimaal 4 jaar, maar steeds vaker ook 10 of 12 jaar. Wat er nu gaat gebeuren, is langer geleden al in gang gezet. We kijken continu ver vooruit. Er komen enorme windparken op de Noordzee, die de komende jaren aanbesteed en ontwikkeld worden en op enig moment operationeel zijn. Het aanbod van duurzame elektriciteit wordt daardoor sterk vergroot. Ik denk dat na 2030 80 of 90% van de hoeveelheid elektriciteit die we nu gebruiken duurzaam wordt opgewekt. Ook de vraag naar duurzame energie zal toenemen, al is dat nu nog niet het geval. De vraag naar elektriciteit is nu stabiel. Er komen wel meer apparaten, maar die worden steeds efficiënter, dus dat heeft geen gevolgen voor het totale verbruik. Maar we verwachten dat de industrie haar productieprocessen gaat elektrificeren. Dat leidt tot een enorme stijging van de vraag. Al is het ingewikkeld wat het eerst omhoog moet, het aanbod of de vraag.’
Kan het energienet deze ontwikkelingen aan?
‘Enerzijds zijn er zonneparken en windparken, anderzijds zijn er bedrijven die hun auto’s willen elektrificeren en met hun machinepark van het gas af willen. Op piekmomenten is er een grote vraag naar transportcapaciteit. Het zit aan twee kanten. Het gaat allemaal sneller dan wij het net kunnen uitbreiden. Dat is eigenlijk het probleem, met name de vergunningsprocedures voor nieuwe stations en nieuwe kabels. Iedereen wil een aansluiting, maar niemand wil een huisje voor de deur. Op korte termijn kan vooral het beter benutten van bestaande netten soelaas bieden. Bijvoorbeeld op bedrijfsterreinen in samenwerking met de buren of het inzetten van piekafvangbatterijen bij opwekkers of gebruikers. Dan kunnen meer bedrijven van het bestaande net gebruikmaken.’
Hoe staat het met de opslag van groene energie?
‘Als de zon schijnt en de wind waait, is de stroom veel goedkoper dan in de uren waarin dat niet het geval is. Daarom verwachten we een enorme boom aan batterijtoepassingen. Je ziet nu al dat de batterijen steeds beter en goedkoper geworden zijn. Elke huis met zonnepanelen heeft straks dan ook een batterij naast alle grootschalige opweklocaties. De kosten van opslag dalen snel tot onder de 100 euro per kWh om aan te schaffen, wat we lang zagen als het kantelpunt voor grootschalige toepassing van batterijen. In gebouwen en industrie gaan we ook steeds meer warmtebuffers zien.’
Wat zijn de uitdagingen op het gebied van groene energie?
‘We hebben straks tweederde deel van de tijd goedkope elektriciteit en een derde deel van de tijd niet. Bedrijven die gewend zijn 24/7 vol continu te draaien, gaan veel meer betalen voor een derde van de tijd en veel minder voor tweederde van de tijd. Ik verwacht dat je dat met opslag niet helemaal kunt opvangen. Misschien red je het 3, 4 of 5 uur, maar voorlopig geen 8 uur. Bedrijven voor wie energie een grote kostenpost is, moeten kijken of ze flexibiliteit kunnen inbouwen in hun productieprocessen als ze gaan elektrificeren. Naast de ontwikkeling van duurzaam regelbaar energie-aanbod, zoals batterijen en waterstofcentrales. Anders wordt het heel duur.’
Wat is uw droom voor 2040?
‘Dan hebben we een volledig duurzaam elektriciteitssysteem en een industrie die geen CO2 uitstoot en zich heeft aangepast. De Europese uitgifte van CO2-rechten stopt in 2040. Bedrijven moeten dan allemaal overgestapt zijn naar duurzame productie. Er is geen andere optie meer. Als je een product hebt gemaakt door CO2 uit te stoten, of het nu in of buiten Europa is, krijg je een heel hoge rekening.’
Wat is de zwarte zwaan?
‘We weten nog niet of het huidige marktmodel – hoe koop en verkoop je elektriciteit – kan blijven werken zoals nu. Daar doen we nu veel onderzoek naar. Maar heel veel weten we al wel. We gaan bijvoorbeeld steeds meer digitaal sturen in elektriciteitssystemen. Daarmee creëer je nieuwe afhankelijkheden. Ook moeten we kijken hoe we omgaan met cyberrisico’s en misschien ook wel met oorlogsdreiging. In de oorlog in Oekraïne zie je dat er van beide kanten veel gericht wordt op energietoevoer en elektriciteitscentrales. Men probeert elkaar te raken in datgene wat de samenleving draaiende houdt. Dat betekent dat je moet kijken naar de weerbaarheid en robuustheid van energiesystemen. Er zijn nu al securityrichtlijnen voor grote zonnesystemen en windinstallaties. Dit soort dingen weten we al. Dan zijn het geen zwarte zwanen meer.’
Geen zwarte zwaan dus?
‘Met zonne-energie hebben we gezien hoe snel de ontwikkelingen gaan en hoe snel de kosten omlaag gaan. Ik las rapporten van 15 jaar geleden en 10 jaar geleden. Elke keer onderschatten we hoe snel het gaat. Ik vermoed dat dat met de opslag ook zal gebeuren en ik sluit ook niet uit dat we de congestie op het net eerder kunnen oplossen dan we nu denken. Dus als je daar op de lange termijn in investeert, voelt dat misschien als een zwarte zwaan.’
Hoe staat het met de ontwikkeling van groene waterstof?
‘Daar wordt veel op ingezet, maar het komt minder snel van de grond van verwacht. Je ziet daar nog niet de technologie en de prijsdoorbraak die we bij zonnepanelen en batterijen hebben gezien. Ook in Nederland zijn veel programma’s om de technologie te maken en voor het transport. We doen er onderzoek naar en proberen innovaties door te ontwikkelen. We verwachten er veel van, maar het komt nog niet dichterbij. Ik denk dat we naast zon en wind een flexibele energiedrager nodig hebben voor als het echt heel lang niet waait en de zon niet schijnt. Dat zou groene waterstof of een afgeleide daarvan kunnen zijn.’
Wat wilt u de pensioensector meegeven voor de toekomst?
‘Als je windparken ontwikkelt of in zonneinstallaties investeert, heb je vooraf heel veel kosten. Het voelt een beetje als de energierekening 15 jaar vooruit betalen. Veel ondernemers willen dat niet of kunnen dat niet, dus er ligt een enorme financieringsvraag. Het kan voor de pensioensector aantrekkelijk zijn om te investeren in zonne- en windparken en bijvoorbeeld in de bijbehorende transformatoren en batterijen. Daarmee help je de maatschappij om de energierekening vooruit te betalen en te verduurzamen. Pensioenuitvoerders als APG en PGGM hebben de afgelopen jaren aanzienlijke investeringen gedaan in de energietransitie. Voor pensioenfondsen geldt dat duurzame energie-investeringen niet mogen ontbreken in hun portfolio.’
‘In 2040 hebben we een volledig duurzaam elektriciteitssysteem’
Peter Molengraaf