Harry van Dalen
‘Je onderschat altijd hoe innovatief een land kan zijn’
‘De koppeling van de AOW aan de levensverwachting heeft het pensioenstelsel in redelijke mate vergrijzingsproof gemaakt’, zegt Harry van Dalen, hoogleraar economie aan Tilburg University, senior onderzoeker bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en als wetenschappelijk secretaris verbonden geweest aan de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050.
Welke demografische ontwikkelingen verwacht u?
‘De verwachting is dat we steeds langer zullen leven. Al is het zeker niet zo dat de levensverwachting in een ontwikkeld land automatisch blijft toenemen. De Verenigde Staten is een voorbeeld waar de levensverwachting stagneert en duidelijk achterloopt bij ontwikkelde landen. Die ontwikkeling is terug te voeren op oorzaken als obesitas, de opiatencrisis, maar vergeet ook niet de rol van zorgpremies, die zo hoog zijn dat mensen de noodzakelijke zorg mijden. Dat zijn wel schrikbeelden die je ook in je achterhoofd moet houden als het om levensverwachting gaat. Dat we langer en gezonder leven is een trend, maar het is geen vanzelfsprekendheid. Ook is er een sterke ongelijkheid in langer en gezonder leven. Mensen met hogere inkomens leven langer en gezonder dan mensen met een laag inkomen.’
Steeds langer leven, dus steeds meer gepensioneerden?
‘De toenemende levensverwachting versterkt de belangrijkste demografische ontwikkeling, namelijk de vergrijzing van de bevolking. Gelukkig hebben we in vergelijking met andere landen het pensioenstelsel in redelijke mate vergrijzingsproof gemaakt door de AOW-leeftijd te verhogen en te koppelen aan de levensverwachting. Dat was nodig, want sinds de invoering van de AOW in 1957 zijn er op de leeftijd van 65 jaar vijf extra levensjaren bij gekomen en die toename zet naar verwachting door. Mede door de pensioenhervorming en het afschaffen van vervroegde uittredingsroutes zijn mensenlanger gaan doorwerken. Dat is deels gedwongen, maar ook deels uit eigen beweging. Veel mensen willen nog niet echt stoppen met werken en kiezen ervoor om een tijdje door te werken. Dat is een positieve ontwikkeling.’
Is langer leven de enige oorzaak van de vergrijzing?
‘De belangrijkste oorzaak is het gedaalde geboortecijfer. Als het geboortecijfer daalt in combinatie met een gestaag stijgende levensverwachting, is het resultaat op termijn dat je een fundamenteel oudere bevolkingsopbouw krijgt. Dat is wel iets waar Nederland zich zorgen om moet maken. Het kindertal is nu in Nederland aanzienlijk gedaald. Als je de bevolking constant wilt houden is er een vervangingsratio nodig van 2,1 kinderen per vrouw. In Nederland bedraagt het kindertal per vrouw op dit moment 1,4. De vraag is uiteraard wat daarachter schuilgaat. Ouders krijgen minder kinderen als hun eigen positie onzeker is en zij bijvoorbeeld stuiten op het basale feit dat het voor jongeren heel moeilijk is om een huis te kopen of te huren en een eigen leven te starten. Dat zie je terug in het kindertal. Dat kan uitstel zijn, maar het kan ook ontaarden in afstel.’
Tot welke problemen leidt vergrijzing?
‘Door de koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting hebben we de druk van de vergrijzing verlicht en kunnen we die druk - voor zover deze voortkomt uit een stijgende levensverwachting - voor de toekomst ook neutraliseren. Een andere goede ontwikkeling is dat mensen zich meer bewust zijn van het belang van een gezonde levensstijl. Ik ben optimistisch over het effect van wat mensen zelf kunnen doen: minder roken, minder drinken, minder vlees eten, meer bewegen. Als mensen gezonder leven, legt dat minder druk op de gezondheidszorg en kunnen ze langer actief zijn op de arbeidsmarkt. Dat is belangrijk, niet alleen voor de mensen zelf, maar ook voor de samenleving als geheel. De vraag naar zorg zal onvermijdelijk toenemen in een vergrijzende samenleving. Het is nu al moeilijk om zorgpersoneel te vinden. Het is een proces waar je je moeilijk aan kunt onttrekken, maar een gezonde levensstijl kan hier tegenwicht in bieden omdat je daarmee de vraag verlicht.’
De Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 bepleit een gematigde groei van de bevolking. Waarom is dat?
‘Nederland is een klein en drukbevolkt land. Een sterke bevolkingsgroei legt beslag op de beperkte ruimte – het hoogste scenario gaat uit van 22,8 miljoen inwoners in 2050. Dat is een bevolkingsaantal dat de samenleving moeilijk kan dragen naar het oordeel van de Commissie. We hebben al jaren een slecht werkende woningmarkt. Die is door allerlei vormen van migratie nog eens onder druk komen te staan. Ook dat maakt dat je een gematigde bevolkingsgroei wilt. Als we de woningmarkt vlot kunnen trekken, kun je weer hoopvoller naar de toekomst kijken, maar ik betwijfel of we dat met het huidige kabinet gaan zien. De Staatscommissie bepleit dat Nederland een actief beleid gaat voeren voor een gematigde bevolkingsgroei van maximaal 19 tot 20 miljoen inwoners in 2050. Krimp is geen lokkend perspectief, omdat krimp in sommige regio’s desastreus zal uitpakken. Publieke voorzieningen zoals openbaar vervoer of scholen voor regio’s zoals Limburg en Groningen komen dan nog verder onder druk te staan.’
Wat betekent gematigde bevolkingsgroei voor migratie?
‘Nederland kan niet zonder arbeidsmigratie. Een belangrijk deel komt uit de EU, waar we vrij verkeer van personen kennen. Met het kennismigratiebeleid heeft Nederland meer gelegenheid om te sturen op kennismigranten van buiten de EU, die vaak tijdelijk werkzaam zijn in Nederland. En als het om kennis gaat waarmee Nederland beter en productiever wordt, is deze kennismigratie een goede zaak. In veel sectoren – denk aan de wetenschap en het onderwijs – is de kennismigrant niet meer weg te denken. De Commissie vindt dat het kabinet bandbreedtes moet bepalen voor het verwachte migratiesaldo voor verschillende vormen van migratie om zo ook enige grip op de doelstelling van gematigde groei te houden.’
Betekent gematigde groei keuzes maken wat betreft het soort werk dat in Nederland gedaan wordt?
‘Ik denk dat je voor fundamentele keuzes komt te staan. Waar leg je prioriteiten in het produceren van goederen of het aanbieden van diensten? In het verleden hebben we veel zaken opgelost met innovatie. Je moet niet alleen kijken naar kapitaal en arbeid, maar ook nadenken over hoe je dingen slimmer kunt doen. Daar ben ik positief over. Als je terugkijkt in de geschiedenis, zie je dat je altijd onderschat hoe creatief of innovatief een land kan zijn. Het enige wat dat kan verhinderen of vertragen is een oorlog of slecht beleid van een regering.’
Hoe ziet u de rol van de pensioensector?
‘Pensioen is voor veel mensen een ver-van-mijn-bed-show en wordt ook als complex gezien. En dan is het belang van vertrouwen in een pensioenfonds of verzekeraar heel groot. Uit eigen onderzoek weet ik dat deelnemers twee zaken zeer belangrijk vinden: wees stabiel in je beleid en wees eerlijk. Als mensen vertrouwen hebben in pensioenfondsen, zijn ze eerder geneigd de informatie van het pensioenfonds tot zich te nemen. Over het algemeen hebben de meeste deelnemers een redelijk tot goed vertrouwen in hun eigen pensioenfonds. Maar vertrouwen is wel fragiel. De kredietcrisis heeft het vertrouwen sterk aangetast, ook al rekenden mensen die tegenslag de pensioenfondsen niet aan. Het wantrouwen keerde zich meer tegen banken en verzekeraars. Maar de crisis zorgde er wel voor dat de dekkingsgraden fors omlaaggingen met gevolgen voor indexatie van pensioenen. Nu krijgen pensioenfondsen te maken met de invaaroperatie. Daar kunnen zoveel dingen misgaan. De Nederlandsche Bank zit er als toezichthouder bovenop en de pensioensector is zich ervan bewust dat dit een megaoperatie is.’
Moeten pensioenfondsen als beleggers meer maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen?
‘Dat is een lastige vraag. Uit mijn onderzoek blijkt dat dit de tevredenheid onder deelnemers over hun pensioenfonds verhoogt, maar het vergroot niet het vertrouwen in het leveren van een goed pensioen. Pensioenfondsen doen er goed aan te beseffen dat dit laatste voor deelnemers prioriteit heeft en de kernopdracht een pensioenfonds is.’

‘Laag geboortecijfer en stijgende levensverwachting leiden tot fundamenteel oudere bevolkingsopbouw’
Harry van Dalen
‘Als we de woningmarkt vlot kunnen trekken, kunnen we hoopvoller naar de toekomst kijken’