Emilie Rademakers
‘De uitkomst van technologie is een beleidskeuze’
‘De vraag moet zijn: hoe kan Artificial Intelligence (AI) ten goede komen aan de samenleving?’, stelt Emilie Rademakers, universitair docent economie aan de Universiteit Utrecht en onder andere gespecialiseerd in arbeidsmarkt en in technologische verandering.
Welke ontwikkelingen verwacht u de komende jaren?
‘Het is altijd moeilijk om sluitend bewijs te leveren, iedereen speculeert. Maar op dit moment zien we dat AI een heel ander type technologie is dan de ICT en de robotrevolutie van de afgelopen 50 jaar. Er is een nieuw tijdperk. We komen van een technologie die rule based was, een vorm van programmering met “als dan” als uitgangspunt. AI is heel anders. AI leert van data en ontwikkelt daardoor heel snel, ook in gebieden die voorheen niet geraakt werden door technologie. Daardoor zien we AI in een grote range van sectoren en ook in een ander soort beroepen, zoals artsen, wetenschappers, de reclamemakers. Op dit moment is de ontwikkeling van AI heel sterk gedreven door automatisering. Het principe is: welke arbeid kunnen wij nabootsen? Die trend zal de komende jaren doorgaan. Het zijn met name de grote bedrijven die AI implementeren, vanwege het schaalvoordeel.’
Welke kansen en uitdagingen ziet u?
‘AI biedt onmiskenbaar kansen. Het is een nieuwe general purpose technology, die zaken kan die voorheen niet mogelijk waren. Bijvoorbeeld het opsporen van vormen van kanker die voorheen niet detecteerbaar waren. Maar ik denk dat er ook reden tot bezorgdheid is, omdat er op dit moment zo sterk wordt ingezet op de automatiserende kant van AI. Zowel in de manier waarop AI ontwikkeld wordt als bij de bedrijven die AI adopteren ligt de focus sterk op vervanging van mensen. Uit het verleden weten we dat dit zorgt voor negatieve kosten voor de arbeidsmarkt. Mensen komen niet massaal zonder werk te zitten, maar er gaan banen verloren en er komen andere banen bij. De mensen die hun baan verliezen, vinden meestal niet zomaar een nieuwe baan en die nieuwe baan sluit misschien niet goed aan bij hun vaardigheden. Dat leidt tot aanpassingskosten: negatieve effecten op het inkomen en de werkgelegenheid van de beroepen die sterk geautomatiseerd worden. In het verleden raakte automatisering vooral de laag betaalde beroepen. Nu raakt AI ook de beter betaalde beroepen. Dat is een uitdaging. Hierover zijn nog niet veel studies, maar ik denk dat we meer aanpassingskosten kunnen verwachten. In de samenleving leeft het idee: we moeten nog meer gaan opleiden, om nog slimmer te worden dan AI. Een beter uitgangspunt zou zijn: hoe kan AI ten goede komen aan de samenleving, hoe kunnen wij AI inzetten om ons te ondersteunen?’
Hoe kan AI ten goede komen aan de samenleving?
‘Dat is voor mij de stip aan de horizon. Technologie hoeft niet per se alleen automatiserend te zijn. Dat is het model dat we kennen, want veel technologie van de afgelopen 40 of 50 jaar was automatiserend en gericht op het vervangen van mensen. Maar AI kan ons ook ondersteunen in ons werk. Er is een onderzoek gedaan met een chatbot bij een klantendienst. De chatbot ondersteunde de servicemedewerkers bij het beantwoorden van vragen van klanten. De chatbot suggereerde op basis van het gesprek wat een servicemedewerker zou kunnen zeggen. Uiteindelijk werden de werknemers productiever en waren de klanten meer tevreden dan voorheen over de afhandeling van de klachten. Het interessante was dat vooral de medewerkers met weinig ervaring en weinig productiviteit het meest baat hadden bij de chatbot. Ervaren werknemers wisten zelf al wat ze konden zeggen. De AI was getraind met hun ervaring. Zo konden de junior collega’s leren van hun senior collega’s op een heel toepasbare manier. Je zou AI misschien ook kunnen inzetten om mensen sneller te laten leren in beroepen die nu een lange studietijd vragen. Bijvoorbeeld in medische beroepen. Diagnoses stellen vereist jarenlange training. Misschien kan dat met ondersteuning van AI ook met een kortere studietijd. AI moet niet alleen gericht zijn op puur automatiseren, wat nu het geval is.’
Waarom wordt er alleen naar automatisering gekeken?
‘Bedrijven willen hun kosten verlagen om winstgevend te zijn. Dat is hun opdracht en automatisering is een manier om dat te bereiken. Er is een onderzoek geweest naar de opvattingen van executives die net uit een MBA-programma kwamen. Het eerste idee waarmee ze kwamen om meer winst te maken, was het verlagen van de arbeidskosten. Dat is niet gunstig voor de werknemer. Terwijl je ook kunt kijken hoe je met technologie werknemers productiever kunt maken, wat toelaat dat je ze een goed loon kunt betalen. Dat vraagt misschien om een nieuw sociaal overlegmodel, een overleg tussen werkgevers en werknemers waarin ook gesproken wordt over de implementatie van technologie. Dat klinkt utopisch, maar er waren in de historie perioden waarin dit het geval was. De periode na de Tweede Wereldoorlog was niet alleen een periode van enorme economische groei, maar ook van gedeelde welvaart. De autoindustrie is daar het grote voorbeeld van. De golf van technologie, voornamelijk gedreven door elektrificatie, bevatte ook automatisering, maar bracht simultaan veel werk met zich mee, waarbij de werknemer centraal stond. Er ontstond bijvoorbeeld veel nieuw werk voor onderhoudstechnici en administratief medewerkers.’
Bent u optimistisch?
‘Ik wil heel graag optimistisch zijn, omdat ik uit de historie weet dat het mogelijk is. Bovendien bestaat er sociaal overleg in Nederland, de structuren zijn er. Alleen wordt technologie niet gezien als een onderdeel daarvan. Afgezien daarvan wordt technologie vaak nog gezien als iets wat ons overkomt. En dat is niet waar. Een belangrijk nieuw inzicht is dat de technologie die geadopteerd wordt een beleidskeuze is. Daron Acemoglu, hoogleraar economie aan het Massachusetts Institute of Technology, die vorig jaar de Nobelprijs heeft gewonnen, is een enorme voortrekker van die gedachte. Hij wijst op het belang van instituties. Daarmee bedoelt hij alles rondom de marktwerking, zoals het sociaal overleg en andere gremia die bepalen welke investeringen gedaan worden. Als het idee breder wordt gedragen dat de uitkomst van technologie een beleidskeuze is, denk ik dat er heel veel mogelijk is.’
Hoe ziet u de rol van de pensioensector?
‘De pensioensector is een belangrijke aandeelhouder en aandeelhouders zijn een sturende kracht als het om beslissingen gaat. Je kunt technologie inzetten om werknemers productiever te maken, zodat je hun kosten kunt verantwoorden. Dat is duurzamer. En dat is een heel andere manier van omgaan met technologie. Daar kunnen aandeelhouders een rol in spelen. Aandeelhouders kunnen ervoor kiezen om alleen te investeren in groene en duurzame bedrijven. Dat heeft bijgedragen aan het ontstaan van een switch. Daaraan zie je dat zij wel degelijk kunnen sturen. Zo kunnen zij er ook voor zorgen dat we vanuit een maatschappelijk standpunt naar technologie kijken. Daar zie ik een rol voor pensioenfondsen, want zij beheren een groot deel van het spaargeld van de Nederlandse burgers.’

‘Technologie moet onderdeel zijn van sociaal overleg werkgevers en werknemers’
Emilie Rademakers
‘We moeten vanuit een maatschappelijk standpunt naar technologie kijken’