Impact van de Europese verkiezingen op pensioenen
Van 6 tot 9 juni waren de Europese parlementsverkiezingen. 180 miljoen Europeanen gingen naar de stembus en verkozen 720 Europarlementariërs voor de komende vijf jaar. Hamvraag is natuurlijk: welke veranderingen brengt de uitslag teweeg? En hoe pakt dit uit voor het pensioendossier? Hieronder een beschouwing.
Het centrum blijft sterk
Waar van tevoren werd gespeculeerd op een ‘rechtse golf’, bleef die grotendeels uit. De groepen in het centrum van het Europese Parlement werken sinds jaar en dag samen en met deze uitslag behouden zij de meerderheid.
De Europese Christendemocraten blijven de grootste groep en winnen zelfs zetels. De Sociaaldemocraten blijven nagenoeg gelijk en behouden de tweede positie. De Liberalen en de Groenen verliezen zetels. Samen houden deze vier Groepen een meerderheid, van zestig procent. Dit betekent dat de Christendemocraten, Sociaaldemocraten, Liberalen en Groenen kunnen blijven samenwerken en ingezet beleid kunnen voortzetten.
Toch zijn rechtse en Europa-kritische partijen wel degelijk gegroeid. De partijen van Marine Le Pen, Victor Orbán en Giorgia Meloni scoren goed, net als het Alternative für Deutschland. Deze partijen zijn verdeeld over de Conservatieve en Identitaire groepen, of zijn niet aangesloten bij een groep. Het is nog de vraag in welke vorm deze partijen de samenwerking weten te zoeken.
Rechtse partijen werden het de afgelopen jaren moeilijk met elkaar eens. Beter lukt het om het samen oneens te zijn. Eerder dit jaar weden diverse onderdelen van de Europese Green Deal al succesvol geblokkeerd en afgezwakt door het Europees Parlement. De rechtse partijen vonden daarvoor steun bij rechtsere Christendemocraten en Liberalen. Met een groter rechtsconservatief blok zou het wel eens moeilijker kunnen worden om nieuwe wetgeving aan te nemen.
Lidstaten zijn meer verdeeld
De EU-Lidstaten spelen ook een grote rol in de Europese politiek. Binnen de Raad zijn zij co-wetgever, samen met het Europees Parlement.
De grote Europese landen zijn vaak een motor voor Europese samenwerking. In Duitsland en Frankrijk verloren de regeringspartijen sterk in de Europese verkiezingen. De Duitse regering was door interne verdeeldheid al vaak vleugellam in Brussel. Het zelfde is mogelijk Frankrijk beschoren als de partij van Marine Le Pen de parlementsverkiezingen wint. Dat verzwakt deze regeringen en daarmee hun Europese aanjagersrol.
Verder verzetten Hongarije en Slowakije zich sterk tegen Europese ‘inmenging’. In Italië verstevigde premier Georgia Meloni haar positie als behoudende rechtse kracht. Het is afwachten of premier Schoof aansluiting zoekt bij deze koers.
Uitslag in Nederland
Vanuit Nederland is de Liberale groep het grootst. VVD en D66 zullen samen met zeven zetels plaatsnemen.
CDA, BBB en NSC haalden samen 6 zetels. Zij belanden samen bij de Christendemocraten. Ze zullen waarschijnlijk verdere samenwerking opzoeken, bijvoorbeeld door portefeuilles onderling te verdelen.
GroenLinks-PvdA deed samen mee aan de verkiezingen, maar de acht Europarlementariërs zullen zich verdelen over de Groenen en Sociaaldemocraten. Toch zullen ook zij nauw samenwerken en portefeuilles onderling verdelen. De twee Europarlementariërs van Volt sluiten zich aan bij de Groenen.
De zes PVV-Europarlementariërs belanden hoogstwaarschijnlijk bij de Identitairen, een groep die oppositie voert. Daarmee is het lijntje van de Nederlandse regering met de meerderheid in het Parlement niet zo sterk. Regeringspartijen VVD, BBB en NSC hebben namelijk slechts 7 van de 31 Nederlandse zetels.