UIT DE PRAKTIJK


‘Pensioenfondsen en verzekeraars zaten van het begin af aan op één lijn’

‘Ruim twee miljoen kleine pensioenen verhuizen in een hoogst efficiënt proces van de ene uitvoerder naar de andere. Zonder dat deelnemers er iets voor hoeven doen en vaak zonder dat ze het merken. Dat is toch wel knap’, zegt Raimond Schikhof, voorzitter van Pensioenfonds Flexsecurity. Toch is hij nog niet tevreden. ‘We gaan nog een paar stappen zetten.’

Op initiatief van de sector worden kleine pensioenen overgedragen aan de pensioenuitvoerder waar iemand op dit moment actief pensioen opbouwt. Het gaat om pensioenen die resulteren in een uitkering van minder dan zo’n € 500 bruto per jaar. Dat heeft drie voordelen: het ruimt de administratie van pensioenfondsen en verzekeraars op, maakt het overzichtelijker voor de deelnemer en het zorgt ervoor dat pensioengeld zijn bestemming houdt en niet voortijdig wordt afgekocht. Deze waardeoverdrachten vinden plaats op gezamenlijk initiatief van pensioenfondsen en verzekeraars.

'Voor de deelnemer betekent automatische waardeoverdracht de mogelijkheid om van kleine pensioenen één groter pensioen te maken.'

Beter dan afkopen Jarenlang grote aantallen kleine pensioenen beheren en administreren is niet handig voor pensioenuitvoerders. Want de uitvoeringskosten voor een klein pensioen zijn even hoog als voor een groot pensioen. Afkopen is dan een optie. Maar voor de deelnemer is het tussentijds afkopen van kleine pensioenen – wat sinds 2007 wettelijk mogelijk is - niet altijd de beste oplossing. ‘Als iemand allemaal kleine pensioenen heeft, kan dat bij elkaar opgeteld best een aardig pensioen worden’, zegt Schikhof. ‘Maar als die kleine pensioenen steeds afgekocht worden, krijgt een deelnemer de kans niet om een groter pensioen op te bouwen.’ Ook slaagden pensioenuitvoerders er niet altijd in om pensioen af te kopen, omdat de deelnemer/slaper soms onbereikbaar was. ‘Waardeoverdracht is een betere oplossing dan afkoop’, stelt Schikhof. ‘Maar mensen met een klein pensioen vragen bijna nooit zelf om waardeoverdracht.’ Zo ontstond in de sector het idee voor automatische waardeoverdracht van kleine pensioenen. Voor de sector biedt dat administratieve voordelen en leidt het tot lagere kosten. Voor de deelnemer betekent het de mogelijkheid om van kleine pensioentjes één groter pensioen te maken.

'We zijn hier sinds 2016 mee bezig. Er komt veel bij kijken, ook wat betreft wetgeving.'

Stuwmeer Medio 2019 ging de automatische waardeoverdracht van start met de kleine pensioenen die in 2018 waren ontstaan. Sinds april 2021 zijn de ‘oude’ pensioenen aan de beurt, een stuwmeer van zo’n 5 miljoen kleine pensioenen die in het verleden zijn opgebouwd. Voor het zo ver was, is er achter de schermen heel wat werk verzet, aldus Schikhof. ‘We zijn hier sinds 2016 mee bezig. Een werkgroep met vertegenwoordigers uit de sector ging pragmatisch aan de slag. Er was wetgeving nodig om de automatische waardeoverdracht te regelen, maar we moesten ook het proces inrichten.’ Eenvoudig en efficiënt proces De belangrijkste vraag was: hoe komt een uitvoerder erachter dat een slaper elders actief pensioen opbouwt? Schikhof: ‘Tien jaar geleden hadden we dit niet kunnen achterhalen, maar nu is deze informatie beschikbaar dankzij het Pensioenregister. Dan moet je wel een procedure bedenken om binnen de kaders van de wet – denk aan de AVG – informatie op te vragen en overdracht te bewerkstelligen.’ Voorwaarde was dat het proces eenvoudig en efficiënt zou zijn, zonder de verschillende in- en afstemmomenten die bij een normale waardeoverdracht horen. ‘Dat betekende veel afstemming met alle uitvoerders, maar ook met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de toezichthouders DNB en AFM.’

'Om ook het overdragen van collectief beëindigde pensioenen mogelijk te maken, is een wetswijziging nodig.'

Filevorming voorkomen De ‘oude’ pensioenen worden overgedragen tussen april 2021 en mei 2023. Om ervoor te zorgen dat dit proces soepel verloopt en er geen filevorming ontstaat, is er een planning gemaakt voor alle betrokken uitvoerders. Sommige fondsen dragen alle pensioenen in één maand over. Andere, soms met wel meer dan 200.000 oude pensioenen, verdelen de waardeoverdrachten over meerdere wekelijkse porties. Zodat de ontvangende pensioenuitvoerder alles goed kan verwerken. De fondsen doen mee op basis van vrijwilligheid. ‘Als er voordelen zijn, doe je mee’, zegt Schikhof. ‘Als je die niet ziet, hoeft het niet. Sommige fondsen doen niet mee omdat ze bezig zijn met consolideren. Ook zijn er pensioenfondsen die maar weinig kleine pensioenen beheren. Weer andere fondsen vinden de voordelen voor de deelnemer niet groot genoeg.’ Wetswijziging noodzakelijk We zijn er nog niet. Wettelijk is automatische waardeoverdracht nu nog alleen mogelijk bij beëindiging van deelneming. Dus als een werknemer geen pensioen meer opbouwt bij de desbetreffende werkgever. Volgens Schikhof zijn veel kleine pensioenen echter ontstaan doordat de opbouw bij een nieuwe uitvoerder werd voortgezet - en niet doordat de deelnemer uit dienst ging. ‘Dus het is niet ontstaan door individuele beëindiging, maar door collectieve beëindiging. In dat geval mag automatische overdracht niet. Maar omdat het voor een pensioenuitvoerder in het verleden niet relevant was of de beëindiging individueel of collectief was, is dit niet geregistreerd.’ Om het mogelijk te maken dat pensioenuitvoerders ook collectief beëindigde pensioenen kunnen overdragen, is een wetswijziging nodig. Het wetsvoorstel hiervoor moet nog behandeld worden in de Tweede Kamer. Het is de bedoeling dat deze wet per 1 januari 2022 ingaat. Succes smaakt naar meer Van de 5 miljoen kleine pensioenen die in het verleden zijn opgebouwd, kunnen er nu naar verwachting ruim 2 miljoen succesvol worden overgedragen aan de pensioenfondsen en verzekeraars waar de desbetreffende deelnemers nu actief pensioen opbouwen. Dat nog niet alle 5 miljoen pensioenen bij een nieuwe uitvoerder terechtkomen, heeft twee oorzaken. Zo’n 1 miljoen pensioenen worden niet overgedragen omdat de uitvoerders in kwestie niet meedoen. Ook blijkt uit een proef dat 2 miljoen pensioenen niet kunnen worden overgedragen omdat er geen pensioenuitvoerder is waar de deelnemer actief pensioen opbouwt. Zorgen dat deze resterende kleine pensioenen ook zoveel mogelijk overgedragen wordt is de volgende fase, stelt Schikhof. ‘We zijn nog niet klaar.’ Als een pensioen niet overgedragen kan worden, betekent dit dat de deelnemer momenteel niet actief deelneemt aan een pensioenregeling. Bijvoorbeeld omdat hij zzp’er is, geëmigreerd, of werkloos. ‘Als je de redenen kent, kun je zoeken naar oplossingen. Bijvoorbeeld overdracht naar de uitvoerder waar het grootste deel van het pensioen is opgebouwd, of naar de laatste uitvoerder waar de deelnemer actief was. Operationeel betekent dat nogal wat. Dan confronteer je uitvoerders die een slapend pensioen beheren met werkzaamheden ten behoeve van slapers. Willen ze dat?’

'Er komt veel bij kijken, ook wat betreft wetgeving. We zijn er nog steeds niet, maar we zijn al heel ver.'

Schouders eronder Terugblikkend zegt Schikhof: ‘Ik was iets te optimistisch over het tempo. Toen we hiermee begonnen, had ik niet verwacht dat we pas in april 2021 konden starten met het wegwerken van het stuwmeer van oude pensioenen. Er komt veel bij kijken, ook wat betreft wetgeving. We zijn er nog steeds niet, maar we zijn al heel ver. Pensioenfondsen en verzekeraars zijn het niet altijd met elkaar eens. Maar hier zaten we van het begin af aan op één lijn. Het is heel mooi dat de Pensioenfederatie, het Verbond van Verzekeraars en de uitvoerders gezamenlijk de schouders eronder hebben gezet om dit idee te realiseren.’