INTERVIEW
'Ik ben een polderaar'
‘Ik hoop dat mensen er weer vertrouwen in krijgen dat ze straks kunnen rekenen op een fatsoenlijk pensioen’, zegt Stan Kaatee, directeur-generaal Werk op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Kaatee werkt sinds oktober vorig jaar bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Als directeur-generaal Werk houdt hij zich bezig met alle aspecten van werk, zoals cao’s en pensioenen. Hoe is het om te werken in Den Haag? ‘Ik heb 20 jaar aan het Binnenhof gewerkt. Dat is een verslavende omgeving om te werken. Het is leuk, maar het gaat wel altijd over koopkrachtplaatjes van mensen die niet echt bestaan. Ik was eraan toe om weer echte mensen tegen te komen. In mijn werk bij de gemeente Amsterdam sprak ik allerlei mensen, van marktlui tot universiteitsbestuurders. En als er een besluit werd genomen over bijvoorbeeld woningbouw ging een paar maanden later de eerste paal de grond in. Daar kon ik op de fiets naar toe. Dat vond ik leuk. In Den Haag werk je veel meer op afstand. Ik ben vier jaar weggeweest uit Den Haag. Nu ik terug ben voelt het soms alsof ik niet weggeweest ben. Maar ik merk ook verschil. Ik ging weg in de nadagen van het kabinet Rutte-Asscher, een tweepartijenkabinet. Nu zitten er 18 fracties in de Tweede Kamer, het is erg versplinterd. Ik was zelf secretaris bij de kabinetsformatie in 2012. Toen werd er in twee maanden een kabinet uitonderhandeld. Nu is het na ruim twee maanden nog niet eens duidelijk welke partijen gaan samenwerken.’ Is werken voor de overheid een bewuste keuze? ‘Ik vind het echt leuk het land of een stad beter te helpen besturen. Ik ben totaal niet commercieel. Ik ben een polderaar en ik heb er lol in om samen met werkgevers en werknemers goede dingen uit te onderhandelen. Als ik daar met internationale collega’s over praat, vinden ze dat gek. Ze zeggen: je gaat toch niet alles met vakbonden bespreken, je bepaalt toch zelf wat je doet? Het nadeel van onze manier van werken is dat al dat overleggen, bijvoorbeeld over de nieuwe pensioenwet, veel tijd kost. Maar dat vind ik een investering in draagvlak die je later terug krijgt in de kwaliteit van de regelgeving. Ik blijf niet mijn hele leven bij het rijk werken.’ Wordt Nederland goed bestuurd? ‘Nederland is echt een goed bestuurd land. Als je ziet hoe goed wij door de coronacrisis heen gekomen zijn. Het afgelopen jaar hebben we 81 miljard euro extra uitgegeven om bedrijven in de lucht te houden. Dat kon overigens doordat we door het beleid van de afgelopen 15 jaar buffers hebben opgebouwd. Die overheidssteun is echt niet in elk land gebruikelijk. Wat ik ook zo goed vind is dat we dankzij goede internetverbindingen vanuit huis konden doorwerken. Mijn buitenlandse collega’s zijn daar vaak verbaasd over. Je hoort in actualiteitenprogramma’s veel geklaag. Ik kan daar niet veel mee. Ik ben een optimistisch en positief mens. Schrijf dat maar op: de DG Werk is een optimistisch en positief mens.’ Waarom wilde je terug naar Den Haag? ‘Ik denk dat ik niets verklap als ik zeg dat ik ben gevraagd om te solliciteren. SZW is een heel prettig ministerie, er wordt goed samengewerkt. Tijdens de coronacrisis heb ik aan veel Amsterdamse ondernemers uitgelegd hoe de steunmaatregelen van het rijk werken, zoals de NOW en de TOZO. Die maatregelen kwamen van SZW. Het is heel gaaf hoe SZW de steunmaatregelen in een paar weken tijd ontworpen heeft. De mensen die dat deden hebben voor een belangrijk deel bijgedragen aan de Nederlandse economie en aan het voorkomen van paniek. Het is mooi om daar aan mee te mogen werken.
'Ik was eraan toe om weer echte mensen tegen te komen'
Stan Kaatee
'Het is heel gaaf hoe SZW de steunmaatregelen in een paar weken tijd ontworpen heeft.'
'De coronacrisis heeft bewezen hoe kwetsbaar veel zzp’ers zijn; die netto evenveel krijgen als toen ze werknemer waren, maar nu onverzekerd en onbeschermd zijn. Dat is onacceptabel'
Stan Kaatee
'Als het nieuwe stelsel over vijf jaar is ingevoerd en deelnemers er vertrouwen in hebben, ben ik heel blij.'
Stan Kaatee
Hoe verwacht je dat de arbeidsmarkt eruit gaat zien? ‘Me bezighouden met de arbeidsmarkt vind ik ook al zo aantrekkelijk aan deze baan. Het rapport van de commissie-Borstlap lag er al. De manier waarop de arbeidsmarkt eruitziet is niet houdbaar. Voor het eerst is daar consensus over. Je ziet dat ook terug in het recente advies van de SER. Aan de onderkant is er veel mis. Ik begrijp de aantrekkelijkheid van de flexibele schil, maar we zijn daarin doorgeschoten. De vele zzp’ers zijn daar ook een voorbeeld van. De coronacrisis heeft bewezen hoe kwetsbaar veel zzp’ers zijn. Postbodes, taxichauffeurs, vrachtwagenchauffeurs die netto evenveel krijgen als toen ze werknemer waren, maar die wel onverzekerd en onbeschermd zijn. Dat is onacceptabel. Maar ook de bovenkant van de arbeidsmarkt kan beter. Vaste banen zijn te vast. Hoe de veranderingen ingevuld worden is aan de politieke partijen, maar ik hoop dat de politiek erin slaagt het voorbeeld van de sociale partners in de SER te volgen. Dan komt er meer bescherming aan de onderkant en meer mobiliteit aan de bovenkant.’ Zouden zzp’ers verplicht pensioen moeten opbouwen? ‘Als ze dat willen moeten ze daar de gelegenheid voor hebben. Sommige zzp’ers kunnen goed onderhandelen over hun tarief, zodat ze ruimte hebben om voor hun pensioen te sparen. Maar heel veel zzp’ers hebben die ruimte niet. Daarom kijken we nu hoe we kunnen experimenteren met pensioen voor zzp’ers. Wat werkt, wat werkt niet? Daarbij moeten we rekening houden met de mededingings- en privacywetgeving. We kunnen niet de hele wetgeving veranderen omdat we willen experimenteren met pensioen voor zzp’ers. Nu zoeken we met de diverse pensioenfondsen naar een manier om de experimenten zo vorm te geven dat het voor de fondsen interessant is om daarin te investeren en dat het past binnen de wet- en regelgeving.’ Wat wil je bereiken in deze baan? ‘Naast de veranderingen op de arbeidsmarkt is het nieuwe pensioenstelsel heel belangrijk. Dat is meer dan de nieuwe wet door het parlement loodsen. Er komt een invaarperiode, pensioenfondsen moeten keuzes gaan maken en het stelsel goed invoeren. Ook moeten we veel aandacht besteden aan de voorlichting. Richting de sector en de deelnemers. Als het nieuwe stelsel over vijf jaar is ingevoerd en deelnemers er vertrouwen in hebben, ben ik heel blij. Een andere grote opdacht is de kinderopvangtoeslag. Dat is een drama geweest. Het leven van zo’n 30.000 gezinnen is volkomen verknald. Als ik met de ouders praat, houd ik het ook niet droog. We moeten de schade herstellen en zorgen voor een nieuw stelsel van kinderopvangfinanciering waarin dit nooit meer kan gebeuren.’ Bij de kinderopvangtoeslagaffaire was je een buitenstaander. Hoe denk je dat dit kon gebeuren? ‘Ik raad iedereen aan ‘Zo hadden we het niet bedoeld’ van Jesse Frederik te lezen. Ik zou dat eigenlijk verplicht willen stellen voor het hele ministerie. Frederik is een jonge reporter van De Correspondent. Hij beschrijft hoe een giftig mengsel ervoor heeft gezorgd dat dit zo lang kon doorgaan. Daar heeft ook het ministerie van SZW schuld aan. Dat trek ik me zeer aan. Maar er is niet één schuldige. Het is niet alleen SZW of alleen de Belastingdienst of alleen de rechter of alleen de Tweede Kamer, maar al die partijen hebben er wel schuld aan. Ook de rechters hebben hieraan meegedaan. De Raad van State mag ook wel eens kritisch kijken naar zijn eigen rol. Maar naar elkaar wijzen is niet de oplossing. We moeten zorgen dat uitvoerders meer maatwerk kunnen bieden, dat signalen uit de uitvoering eerder bij de top komen en dat we sneller ingrijpen.’ Hoe organiseer je op het ministerie dat signalen van de uitvoering de top bereiken? ‘Ik krijg elke maand rapportages over de onderwerpen waarover mensen vragen stellen aan de telefoon en waarover we brieven krijgen. Niet alleen de cijfers, maar ook met voorbeelden. We moeten niet reageren met een juridische brief, maar ons erin verdiepen. Het gaat erom dat we leren dat we ons niet bij de regels neerleggen, maar dat we blijven nadenken. We zijn er niet om mensen het leven zuur te maken, maar om Nederland samen beter te maken. En we moeten natuurlijk zorgen voor een stelsel van kinderopvangfinanciering waarin dit niet meer kan gebeuren. Het huidige stelsel is heel complex. Er zijn betere varianten. De politiek moet de keuze maken, maar als dit in de kabinetsformatie op tafel komt, zijn we daarop voorbereid.’ Je bent voorzitter van de stuurgroep die zich bezighoudt met het nieuwe pensioenstelsel. Hoe bevalt dat? ‘Het is prettig, het zijn leuke mensen en er wordt ook wel gelachen. In de stuurgroep zitten de toezichthouders, de sociale partners en de sector. Ik vind het belangrijk dat je met elkaar praat en probeert er samen uit te komen. Iedereen heeft zijn eigen belangen en ik wil graag dat die allemaal op tafel komen. Uiteindelijk gaat het ministerie keuzes maken, maar het is belangrijk dat we alle belangen kennen.’ Hoe kijk je zelf naar de stelselwijziging? ‘We zeggen dat we het beste stelsel van de wereld hebben en we staan hoog in alle lijstjes, maar dat is niet hoe de deelnemers het zelf beleven. Ze hebben weinig vertrouwen in pensioenfondsen, ze hebben vaak - ten onrechte? - het gevoel dat ze al jaren gekort worden of ze vinden dat er in het verleden geld van hen afgepakt is. Het is belangrijk dat we het stelsel toekomstproof maken in de hoop dat mensen er weer vertrouwen in krijgen dat ze straks kunnen rekenen op een fatsoenlijk pensioen. Een pensioen dat meer meebeweegt met de economie. Als het goed gaat met de economie zien ze dat terug in hun pensioen en als het minder goed gaat ook. En de opbouw wordt transparanter voor de deelnemer. Nu is pensioen voor veel mensen een ver-van-mijn-bedshow. Straks zien ze sneller wat er met hun pensioen gebeurt.’ Was het een tegenvaller dat de wet is uitgesteld? ‘We zagen dit in de loop van het jaar aankomen. Het heeft verschillende redenen. We hebben meer overleg nodig gehad met de sociale partners. Er ligt een pensioenakkoord, maar de uitwerking in wetgeving kost veel tijd. En we hadden met corona te maken. Het ministerie heeft veel tijd gestoken in de steunmaatregelen en ook wij werken thuis op afstand. De vertraging was onvermijdelijk. Maar ook al zijn we later met het wetsvoorstel, de sector gaat gewoon door met het voorbereiden van deze stelselwijziging. Zij willen niet vertragen. Ik raad de bestuurders van alle pensioenfondsen en verzekeraars aan om op tijd te beginnen met zich voor te bereiden. Ga niet pas nadenken als de wet er ligt, maar deel kennis en help elkaar. Zorg dat je voldoende inhoudelijke capaciteit in huis hebt om keuzes te maken. Het wordt een gigantische operatie.’
Stan Kaatee is directeur-generaal Werk en daarvoor was hij directeur Economische Zaken bij de gemeente Amsterdam. Voordat hij in Amsterdam begon, werkte hij ook al voor de Rijksoverheid. Hij was Raadadviseur voor Financiën en Sociale Zekerheid op het Kabinet van de minister-president bij het ministerie van Algemene Zaken en voor die tijd werkte hij onder meer bij de Inspectie Rijksfinanciën van het ministerie van Financiën.
Fotografie: Jurgen Huiskes, april 2021