DOSSIER


'We krijgen te maken met dubbele vergrijzing'

Het aantal inwoners van Nederland met een migratieachtergrond zal tot 2050 hoogst waarschijnlijk toenemen. Dit blijkt uit het onderzoek “Verkenning Bevolking 2050”. ‘Het aantal ouderen neemt in elk geval toe’, zegt NIDI-onderzoeker Joop de Beer. Hij vertelt wat we de in de toekomst kunnen verwachten en wie die ouderen zijn, in 2050.

Het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en het CBS schreven de “Verkenning Bevolking 2050” in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In dit onderzoek zijn zeven toekomstbeelden doorgerekend, waarin het inwonertal van Nederland varieert van 17,1 tot 21,6 miljoen inwoners. Bij een lage migratie stijgt het aandeel inwoners met een migratieachtergrond van 24 procent in 2020 naar 30 procent in 2050. In het geval van een hoge migratie stijgt het naar 40 procent. Hoe verandert de samenstelling van de bevolking? ‘Daar is onzekerheid over. Maar één ding is zeker en dat is de vergrijzing. Het aantal ouderen neemt toe en dan met name wat we “dubbele vergrijzing” noemen: de toename van het aantal 80-plussers. Dat is het gevolg van de naoorlogse geboortegolf. De generatie die na de Tweede Wereldoorlog tot pakweg 1970 is geboren, vormt een grote groep. Er komen steeds meer gepensioneerden, waarvan er veel 80 tot 90 jaar worden.’ Maar er is toch ook een grote instroom van migranten? ‘Dat klopt. En dat is maar goed ook als je de beroepsbevolking in stand wilt houden. Het aantal mensen in de beroepsbevolking met een Nederlandse achtergrond gaat tot 2050 met 1 miljoen afnemen. Als we uitgaan van een gemiddelde migratie, dus op basis van de migratiecijfers van de afgelopen jaren, blijft de beroepsbevolking gelijk. Dan is er geen krimp of daling. Als je wilt dat de beroepsbevolking verder toeneemt, zijn er meer migranten nodig.’

'In 2050 zal het redelijk normaal zijn om tot 70-jarige leeftijd te werken.'

Joop de Beer


'De 80-plussers vormen in 2050 waarschijnlijk een vitalere groep dan de 80-plussers van nu.'

'Voor oudedagsvoorzieningen is het belangrijk dat de arbeidsdeelname wordt gestimuleerd.'

Joop de Beer

Waar komen migranten vandaan en wat doen ze? ‘Sinds de uitbreiding van de Europese Unie in 2004 komen er steeds meer migranten uit de EU. Ze zijn vaak laag opgeleid en werken onder minder gunstige omstandigheden. Daarnaast zie je hoogopgeleide migranten uit China en India en de laatste jaren ook meer uit Latijns-Amerika. Kenmerkend is dat migratie vooral afhangt van de arbeidsmarkt. Dat was al zo in de jaren ’70, toen arbeidsmigranten uit Turkije en Marokko naar Nederland kwamen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld landen als Canada en Australië is in Nederland de invloed van de overheid op migratie beperkt. De markt bepaalt.’ Wie zijn de migranten van de toekomst? ‘Met name in Oost-Europese landen gaat vergrijzing plaatsvinden. Je zou kunnen verwachten dat er uit die landen minder migranten komen. Maar soms zie je een verschuiving. Mensen uit Polen komen naar het westen en mensen uit de Oekraïne komen naar Polen. Ook komen er mensen uit de Oekraïne door detachering via Polen of Hongarije naar Nederland, dus er worden nieuwe constructies bedacht. In Afrika is de bevolking relatief jong. Daar wordt een grote bevolkingsgroei verwacht. Het is de vraag of dat leidt tot meer arbeidsmigranten uit Afrika. We zien er nog weinig; als mensen uit Afrika komen, zijn het vooral asielzoekers. China vergrijst ook. Daardoor neemt het aantal arbeidsmigranten uit China misschien af. Arbeidsmigranten uit India en Latijns-Amerika komen wel meer onze kant op. Maar Nederland is zo klein. Voor ons zal er niet snel een tekort aan arbeidsmigranten ontstaan.’