INTERVIEW


‘Er is geen tegenstelling tussen collectief en persoonlijk’

‘Collectieve pensioenen blijven ook in de toekomst van groot belang’, stelt Lans Bovenberg, hoogleraar economie aan Tilburg University en de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

‘Het is belangrijk dat pensioenfondsen het vertrouwen terugwinnen. Dat deelnemers het pensioenfonds zien als een vertrouwenspersoon, een trustee die kennis van zaken heeft en in hun belang handelt.’ Lans Bovenberg schreef over in de essaybundel ‘Waartoe zijn pensioenfondsen op aarde?, onder redactie van Jan Tamerus en Coen van Dedem, een interessante bijdrage met als titel “Naar een collectief en persoonlijk pensioen”. In dat artikel gaat Lans Bovenberg onder meer over de kern van wat pensioenfondsen doen. Dat smaakte naar meer: Wat is volgens u de essentie van pensioenfondsen? ‘Pensioen is een complex product, waar de doorsnee Nederlander niet veel van begrijpt. Het gaat over lange termijnbeslissingen en er spelen ingewikkelde financiële zaken. Veel mensen zijn zich ervan bewust dat zelf voor je pensioen zorgen heel moeilijk is. Dat vraagt om financiële kennis en om zelfdiscipline om te sparen en te beleggen. Mensen willen ontzorgd worden. Ze hebben behoefte aan een vertrouwenspersoon. Dat is het pensioenfonds. Een trustee, die kennis van zaken heeft en die in jouw belang handelt. Beide vertrouwensaspecten zullen steeds belangrijker worden, omdat pensioen persoonlijker wordt en de keuzemogelijkheden toenemen.’ Wat ziet u als de sociale functie van pensioenfondsen? ‘Het beschermen van ‘zwakke belangen’, belangen die zonder pensioenfondsen niet goed behartigd zouden worden. Allereerst denk ik aan de naïeve pensioenconsument, die zwak staat ten opzichte van gehaaide financiële partijen. Het is belangrijk dat er een betrouwbare partij is die goed voor je geld zorgt. Pensioenfondsen organiseren solidariteit, dat is ook een belangrijke sociale functie. Er zijn twee soorten solidariteit. Om te beginnen verzekeringssolidariteit, dus solidariteit tussen mensen die lang leven en mensen die kort leven. Dankzij pensioenfondsen zijn er geen arme ouderen. Ook organiseren pensioenfondsen solidariteit tussen pech- en gelukgeneraties. Mensen die in goede beleggingstijden leven zijn solidair met mensen die in slechte beleggingstijden leven, zodat inkomen gelijkmatig over generaties verdeeld is.’ U pleit voor beter risicomanagement. Wat kan er beter? ‘Ik maak onderscheid tussen financieel risicomanagement en het delen van risico’s die niet op de financiële markten verhandelbaar zijn. Bijvoorbeeld het langlevenrisico, als deelnemers ouder worden dan de fondsen verwacht hadden. Of de risicopremie, daar is de meeste discussie over. Wat zijn de verwachtingen ten aanzien van het beleggingsrendement en hoe hoog mag de rekenrente zijn? Het derde risico betreft de loonstijging. Dit zijn risico’s die niet verhandelbaar zijn op de financiële markten, maar pensioenfondsen kunnen ze eventueel intern tussen verschillende generaties verhandelen. Daardoor worden deze risico’s eerlijk verdeeld tussen de generaties. Ook dat hoort bij de sociale functie van pensioenfondsen. Pensioenfondsen kunnen iets wat financiële markten niet kunnen, namelijk het eerlijk verdelen van het langlevenrisico, de risicopremie en het loonrisico.’ Hebben collectieve pensioenen toekomst, ook in tijden van corona? ‘Ik denk dat corona het belang van de sociale functie van pensioenfondsen nog eens benadrukt. We zien weer dat het leven vol risico’s is en dat goede buffers belangrijk zijn. Pensioenfondsen zorgen ervoor dat consumenten voldoende buffers opbouwen voor hun pensioen. Zzp’ers zijn behoorlijk zwaar getroffen en vallen nu terug op de overheid. Nu is zichtbaar dat we voor betere sociale voorzieningen voor zzp’ers moeten zorgen. Pensioen hoort daar ook bij. Er komt steeds meer flexibele arbeid die buiten het sociale stelsel valt. Daar hebben pensioenfondsen ook last van, want hun werkveld wordt minder groot. Ik verwacht dat de coronacrisis de discussie over het voorkomen van een duale arbeidsmarkt weer aanzwengelt. Sommige werkenden worden heel goed beschermd, anderen zijn vogelvrij. Dat laatste moeten we voorkomen. Daarbij ligt ook een rol voor de pensioenfondsen.’

‘Pensioenfondsen kunnen iets wat financiële markten niet kunnen, namelijk het eerlijk verdelen van het langlevenrisico, de risicopremie en het loonrisico.’

Lans Bovenberg


‘Sommige werkenden worden heel goed beschermd, anderen zijn vogelvrij. Dat laatste moeten we voorkomen. Daarbij ligt ook een rol voor de pensioenfondsen.’

‘Persoonlijke communicatie is essentieel om het collectieve stelsel overeind te houden.’

Lans Bovenberg

Met een pensioenplicht voor zzp’ers? ‘De fiscale faciliteiten voor zzp’ers zijn doorgeschoten. Daardoor worden veel mensen zzp’er en kunnen werkgevers tegen lage kosten zzp’ers inhuren. Daar moeten we eerst iets aan doen. De eerste line of defence is de fiscale behandeling van verschillende soorten arbeid gelijktrekken. Ik denk dat er dan vanzelf minder zzp’ers en meer werknemers komen. Als dat niet voldoende blijkt te zijn, kunnen we nadenken over een verplichte pensioenregeling voor zzp’ers, maar nu vind ik dat een zwaar middel.’ De rente is aanhoudend laag. Is dat een reden om te kiezen voor een groter omslagdeel in het pensioenstelsel? ‘Dat ligt genuanceerd. Ik zeg nee voor de werkenden, omdat het rendement van pensioenen slechts voor een deel afhangt van de rente. Er is een ook beleggingsdeel, de beloning voor het nemen van risico’s. Die beloning is nu juist vrij hoog. We moeten ons niet blindstaren op de risicovrije rente. Ik ben blij dat we in het nieuwe pensioenstelsel minder kijken naar de risicovrije rente en meer naar het projectierendement. Maar tegelijkertijd is het ook zo dat je voor ouderen niet veel risico meer kunt nemen. Daarom ben ik voor werkenden voorstander van het huidige kapitaaldekkingsstelsel, want zij hebben genoeg flexibiliteit om risico’s op te vangen. Voor gepensioneerden moeten we nadenken over een slimme combinatie van kapitaaldekking en omslag. Misschien kan de overheid een rol spelen in dat omslagstelsel.’ Hoe kan de overheid dat doen? ‘Tegen de tijd dat je met pensioen gaat, heb je als werkende een behoorlijk kapitaal opgebouwd. Dat geld zou je kunnen overdragen aan de overheid. Die kan dat bijvoorbeeld beleggen in het investeringsfonds voor de Nederlandse economie, dat het kabinet aankondigde in de Miljoenennota. In ruil daarvoor geeft het kabinet loongeïndexeerde obligaties aan gepensioneerden. Pensioenfondsen zouden dit kunnen administreren en uitvoeren. De fondsen krijgen er dan een extra beleggingscategorie bij, die er nu niet is, namelijk loongeïndexeerde titels. Het is een samenwerking tussen de overheid die het risico draagt en de pensioenfondsen die vertrouwenspersoon blijven voor de gepensioneerden.’ Hoe kijkt u naar het nieuwe pensioencontract? ‘Het brengt het pensioenstelsel bij de tijd. De risico’s liggen inmiddels veel meer bij de werknemer. Dat zal niet meer veranderen. Het nieuwe pensioenakkoord sluit daar goed bij aan. De risico’s liggen bij degenen die de risico’s goed kunnen opvangen, de werkenden, en omdat zij de risico’s dragen, worden zij daarvoor beloond met hogere verwachte beleggingsopbrengsten. Ook een plus is dat het stelsel persoonlijker wordt. Je kunt verschillende risicoprofielen kiezen voor jongeren en ouderen. Verder wordt het stelsel minder complex en kunnen fondsen persoonlijker communiceren over wat een deelnemer opbouwt. Tenslotte wordt de rekenmethodiek reëler, want met de huidige risicovrije rekenrente rekenen we ons arm. Die stamt uit de tijd dat deelnemers geen risico’s droegen. Het pensioenakkoord zorgt ervoor dat pensioenfondsen mogen rekenen met hogere rendementen, zonder dat dit tot belangentegenstellingen leidt tussen generaties.’

‘Jonge mensen zijn gewend aan transparantie en verantwoording. Daar moeten de fondsen in mee.’

Wat betekent dat voor de communicatie en de zorgplicht van pensioenfondsen? ‘Het gaat om de drieslag kennen, vertrouwen en dienen. Pensioenfondsen moeten hun deelnemers goed kennen, om het risicoprofiel goed te kunnen afstemmen op het risicoprofiel van hun deelnemers. Ze moeten ook persoonlijker communiceren. Over de ingelegde premies, het rendement, de kosten. Jonge mensen zijn gewend aan transparantie en verantwoording. Daar moeten de fondsen in mee. Persoonlijk communiceren kan op verschillende niveaus. Sommige deelnemers zijn geïnteresseerd in het pensioenbedrag dat ze kunnen verwachten, anderen willen doorklikken en dieper kijken.’ Wat is het voordeel van een persoonlijk pensioen als je deel uitmaakt van een collectief? ‘Het is een misvatting dat er een tegenstelling is tussen persoonlijk en collectief. Persoonlijk en collectief zijn complementair. De essentie van een collectief is dat het individu ontzorgd wordt. Het pensioenfondsbestuur zal de meeste beslissingen blijven nemen en het speelveld bepalen waarbinnen deelnemers zelf persoonlijke keuzes kunnen maken. Zoals je nu ook zelf al je pensioendatum kunt kiezen. Naarmate er meer persoonlijke keuzes komen, neemt de behoefte aan goede keuzearchitectuur toe. Daar moeten fondsbestuurders goed over nadenken. Ik verwacht vooral meer keuzemogelijkheden in de uitkeringsfase. Nu is er al uitruil tussen ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen, straks is er waarschijnlijk de lumpsum van 10 procent. Misschien wordt het mogelijk om een nog groter deel ineens op te nemen, bijvoorbeeld om een hypotheek af te lossen. Ook denk ik dat je straks in de uitkeringsfase kunt kiezen tussen meer risico nemen of een gegarandeerd pensioen.’ Waarom vindt u persoonlijke communicatie zo belangrijk? ‘We houden het collectieve systeem alleen acceptabel als mensen voldoende vertrouwen hebben in het systeem. Daarvoor is persoonlijke communicatie essentieel. Dan zien mensen wat de inleg was en wat de beleggingsopbrengsten zijn. Nu zijn er zoveel wildwestverhalen. Over jongeren die pensioenpotjes van ouderen leegroven en andersom. Al die misvattingen komen voort uit onheldere communicatie. Persoonlijke communicatie is essentieel om het collectieve stelsel overeind te houden.’

Professor dr. Lans Bovenberg is hoogleraar Economie aan de Universiteit van Tilburg en sinds 1 januari 2019 hoogleraar Relational Economics, Values and Leadership aan Erasmus School of Economics. Hij is wetenschappelijk directeur Netspar. Lans Bovenberg heeft sociaal-economische expertise op een breed terrein. Hij heeft expertise opgebouwd op het terrein van milieu-economie, overheidsfinancien, belastingen, pensioenen, vergrijzing, arbeidsmarkt en sociale zekerheid. Hij studeerde econometrie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en behaalde zijn PhD aan de Universiteit van Californië, Berkeley.

Fotografie: Frank van der Panne