INTERVIEW
PFZW en cultuursector doen pilot met zzp-pensioen
Pensioen voor zzp’ers? Als het aan de Federatie van werkgevers in de cultuur en PFZW ligt, gaat er op korte termijn een pilot van start. Jan Brands van de Federatie van werkgevers in de cultuur: ‘Als we met z’n allen vinden dat het pensioen van zzp’ers een belangrijk maatschappelijk vraagstuk is, moeten we snel een oplossing vinden.’
Meer dan de helft van de mensen die werkzaam zijn in de culturele en creatieve sector is zzp’er. De Sociaal-Economische Raad (SER) en de Raad voor Cultuur noemden dit in een gezamenlijke verkenning van de arbeidsmarkt in de culturele sector ‘een groot knelpunt’. De Federatie van werkgevers in de cultuur en de FNV hebben dit signaal gezamenlijk opgepakt. Uiteindelijk mondde dit uit in het advies “Passie gewaardeerd”. In dit gezamenlijke advies uit 2017 doen de SER en de Raad voor Cultuur voorstellen om de arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector te versterken.
Eén van de voorstellen in het gezamenlijk advies “Passie gewaardeerd” van de SER en de Raad voor Cultuur betreft aandacht voor het pensioen van zzp’ers in de sector. Het antwoord hierop is de pilot die momenteel wordt ontwikkeld met PFZW. Het idee is dat zzp’ers in de sector in deze pilot op vrijwillige basis bij PFZW pensioen kunnen opbouwen.
Voldoende draagvlak
Een groot deel van de werkgevers in de culturele sector is aangesloten bij PFZW. ‘Door deze pilot te starten met PFZW bevorderen we een gelijk speelveld tussen werknemers en zzp’ers in de sector’, zegt Brands, directeur van Cultuurconnectie, de brancheorganisatie voor cultuureducatie, amateurkunst en volksuniversiteitswerk. Brands spreekt namens de Federatie van werkgevers in de cultuur, waarbij diverse brancheorganisaties uit de cultuur zijn aangesloten. Om de pilot te kunnen starten, zijn er volgens PFZW minstens 600 deelnemers nodig. ‘We willen graag meedoen’, zegt Jacques Moors, bestuurslid van PFZW. ‘De pilot kan ons leren of er voldoende draagvlak is en of het past in onze systemen. Ook kunnen we op basis van de informatie uit de pilot bekijken of we voor andere sectoren binnen zorg en welzijn een pensioenvoorziening voor zzp’ers kunnen ontwikkelen.’ Wanneer is de pilot geslaagd? Brands: ‘Als er voldoende deelnemers zijn en als het product voldoet aan de verwachtingen van de deelnemers.’
‘Door deze pilot te starten met PFZW bevorderen we een gelijk speelveld tussen werknemers en zzp’ers in de sector’
Jan Brands,
Federatie van werkgevers in de cultuur
‘Het pensioen van zzp’ers is een maatschappelijk vraagstuk’
‘We willen graag meedoen’
Jacques Moors,
bestuurslid van PFZW
Fifty-fifty
Het idee is dat de zzp’er en de opdrachtgever op fiftyfifty-basis bijdragen aan de pensioenopbouw van de zzp’er. Op het normale tarief dat de zzp’er in rekening brengt, komt een opslag van zo’n 3 procent. De opdrachtgever draagt zelf ook zo’n 3 procent bij. De opdrachtgever maakt het totale bedrag over naar een geblokkeerde bufferrekening bij PFZW. Aan het einde van het jaar wordt het saldo van de bufferrekening omgezet in een pensioenaanspraak bij PFZW. Vanaf dat moment is het geld niet meer vrij opneembaar. Vóór die tijd kan de zzp’er wel geld opnemen van de bufferrekening, maar dan verliest hij naar rato de bijdrage van de opdrachtgever. De zzp’er kan elk jaar opnieuw beslissen of hij zelf over het saldo van de bufferrekening wil beschikken – maar dan minus het opdrachtgeversdeel – of dat hij het inzet voor pensioenaanspraken bij PFZW. ‘We willen aansluiten bij de dynamiek van de zzp’er’, zegt Brands. ‘De situatie van een zzp’er kan van jaar tot jaar anders zijn.’
Vervangingsratio
Twee keer 3 procent, zet dat zoden aan de dijk? In de regel zijn pensioenpremies beduidend hoger. ‘Het lijkt weinig, maar bij pensioenopbouw voor werknemers wordt rekening gehouden met een franchise. Bij zzp’ers gebeurt dat niet’, zegt Moors. PFZW heeft berekend dat een zzp’er die 40 jaar pensioen opbouwt in de tweede pijler op basis van de afspraken uit de pilot uitkomt op een vervangingsratio van 65 procent. Dat is inclusief AOW. ‘Dat is minder dan voor werknemers. Zij komen uit op een vervangingsratio van 79 procent, maar het is wel substantieel’, zegt Moors. De pilot voorziet in een ouderdoms- en partnerpensioen, maar niet in een arbeidsongeschiktheidsvoorziening.
Wetgeving aanpassen
De huidige wet- en regelgeving belemmert de pilot. Nu is het voor zzp’ers niet mogelijk om vrijwillig pensioen op te bouwen in een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds. Dit kan pas na een aanpassing van de Pensioenwet. ‘We hebben bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangekaart dat er ruimte nodig is in de wetgeving’, aldus Moors. De pilot vereist ook fiscale aanpassingen. Pensioenopbouw in de tweede pijler, zoals die voor zzp’ers in deze pilot geldt, valt niet onder de omkeerregeling. ‘Ook op fiscaal gebied hebben we ruimte nodig om te kunnen experimenteren’, zegt Moors. ‘En natuurlijk moeten we De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten goed informeren, zodat zij als toezichthouders hun fiat kunnen geven.’
‘Er moet snel ruimte komen om te experimenteren’
Oplossing
‘Hopelijk draaien de ambtelijke molens niet te langzaam’, zegt Brands. ‘Wij zijn er klaar voor, zowel de opdrachtgevers en de opdrachtnemers als het pensioenfonds. De cultuursector heeft zelf om deze pilot gevraagd en de pilot is samen met zzp’ers ontwikkeld. De dynamiek die er nu is tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers maakt dat we snel van start willen gaan.’ Hij vindt het wrang dat de huidige wetgeving een belemmering vormt, terwijl de pilot in zijn ogen een nadere uitvoering is van de afspraken uit het Pensioenakkoord. ‘Het pensioen van zzp’ers is een maatschappelijk probleem. Wij willen werken aan een oplossing. Dus laten we ervoor zorgen dat de experimenteerruimte er zo snel mogelijk komt.’