COLUMN
Rust voor de deelnemer; doorpakken als sector
Shaktie Rambaran Mishre
Voorzitter Pensioenfederatie
De afgelopen maanden waren voor veel pensioenfondsen en hun deelnemers spannend: de aanhoudend lage rente zorgde voor lagere dekkingsgraden en daarmee kwamen mogelijke verlagingen steeds meer in zicht. Een boodschap die bestuurders niet graag aan hun deelnemers brengen.
En die ook lastig uit te leggen is in een tijd waarin pensioenfondsen meer geld dan ooit hebben. Minstens even belangrijk als die uitlegbaarheid is ook de evenwichtigheid van maatregelen voor alle deelnemers in het fonds: een fonds wil immers niet alleen aan de huidige gepensioneerden kunnen uitkeren, maar ook aan de toekomstige. Daarbij speelt ook nog dat we als sector middenin een transitie naar een nieuw pensioencontract zitten: een verandering die juist ook voor die toekomstige generatie nodig is. Om dat te laten slagen, is het noodzakelijk dat alle betrokken partijen goed aan boord blijven en dat er maatschappelijke rust is.
Op 19 november 2019 kwam er duidelijkheid: Minister Koolmees kondigde in een brief aan de Tweede Kamer aan pensioenfondsen langer de tijd te geven om te voldoen aan de huidige gestelde financiële eisen. Hiermee worden –zoals het er nu naar uit ziet- pensioenverlagingen voor ruim 7 miljoen Nederlanders voorkomen. De brief wordt nog voor het einde van het jaar vastgelegd in een ministeriële regeling, die zal gelden voor het komende jaar waarin het pensioenakkoord uitgewerkt wordt.
Het voorbereiden op het doorvoeren van verlagingen kan dus voor veel fondsen nu even op de plank. Maar rustig is het niet. Fondsen moeten verantwoorden waarom gebruik maken van de regeling van de minister evenwichtig is voor álle deelnemers: een belangrijk bespreekpunt in de pensioenfondsbesturen. Ook het stabiel houden van premie en opbouw is daarbij onderwerp van gesprek. Daarnaast moeten pensioenfondsen zich ook richten op andere uitdagingen, zoals het doorrekenen van de nieuwe parameters, de uitwerking van het pensioenakkoord en de implementatie van nieuwe normen voor goed pensioenfondsbestuur.
Voor pensioendeelnemers geeft de brief van de minister wel even rust. Hun pensioen gaat er niet op achteruit. De regels van het financieel toetsingskader zijn voor ingewijden duidelijk, maar voor de rest van Nederland zou het lastig te begrijpen zijn waarom het ene fonds dit jaar en het andere fonds pas volgend jaar moet korten, ondanks dat zij dezelfde dekkingsgraad hebben. Of waarom een fonds in het bestaande systeem moet verlagen, terwijl dat onder het nieuwe pensioencontract niet zou hoeven.
Ook onder het nieuwe contract zullen verlagingen blijven voorkomen, zij het beter uitlegbaar omdat zij mee zullen ademen met de economie. Net als de indexaties overigens. Hier zullen we als sector duidelijk over moeten zijn naar onze deelnemers, zodat zij weten waar ze aan toe zijn. Dat helpt voor het vertrouwen.
Evenals een snelle en zorgvuldige uitwerking van het pensioenakkoord. Zodat we aan die 17 miljoen Nederlanders kunnen laten zien dat kabinet, sociale partners en pensioensector nu doorpakken en als sector samenwerken.
Shaktie Rambaran Mishre
Voorzitter Pensioenfederatie